Rb. Amsterdam (vzr.), 20-06-2002, nr. KG02/1073ODC
ECLI:NL:RBAMS:2002:AE4427
- Instantie
Rechtbank Amsterdam (Voorzieningenrechter)
- Datum
20-06-2002
- Zaaknummer
KG02/1073ODC
- LJN
AE4427
- Roepnaam
Deutsche Bahn/Indymedia
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2002:AE4427, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 20‑06‑2002; (Kort geding)
- Vindplaatsen
Computerrecht 2002, p. 311 met annotatie van L.F. Asscher
Uitspraak 20‑06‑2002
Inhoudsindicatie
-
OdC/AD
vonnis 20 juni 2002
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t r o l n u m m e r KG 02/1073 OdC v a n:
de vennootschap naar vreemd recht DEUTSCHE BAHN AG, gevestigd te Berlijn (Duitsland),
e i s e r e s bij dagvaarding van 16 mei 2002,
procureur mr. K.A.J. Bisschop,
t e g e n :
de stichting STICHTING TER BEVORDERING VAN INFORMATIE EN PUBLICITEIT, gevestigd te Rotterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. Chr.A. Alberdingk Thijm.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 4 juni 2002 heeft eiseres, verder te noemen Deutsche Bahn, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, verder te noemen Indymedia, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening.
Na verder debat hebben partijen stukken overgelegd voor vonniswijzing.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. Deutsche Bahn houdt zich onder meer bezig met het exploiteren van het spoorwegnetwerk in Duitsland voor zowel het goederenvervoer als voor het personenvervoer.
b. Indymedia is eigenaar/houder van de website 'www.indymedia.nl', hierna de website. Op de website worden door verschillende auteurs artikelen geplaatst over diverse (nieuws)onderwerpen. Bezoekers van de website kunnen op deze artikelen reageren. Hun reactie komt dan, direct zichtbaar voor andere bezoekers van de website, op dezelfde bladzijde onder het betreffende artikel te staan.
c. In april 2002 heeft Deutsche Bahn Internet Service Provider XS4ALL in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam. In dit kort geding ging het om twee artikelen die te vinden waren op de homepage van een XS4ALL abonnee (adres: http://www.xs4all.nl/~tank/radikal/154/94.html en http://www.xs4all.nl/~tank/radikal/155/73.html). Het betrof de artikelen (hierna ook de Radikal-artikelen): "KLEINER LEITFADEN ZUR BEHINDERUNG VON BAHNTRANSPORTEN ALLER ART", welk artikel onder meer informatie verschaft over hoe en waarmee het treinverkeer van de Deutsche Bahn op trajecten kan worden gestopt, vertraagd of anderszins kan worden gesaboteerd, en "AEG Productinformation", welk artikel onder meer beschrijft hoe een haakklauw kan worden vervaardigd, waarmee elektrische bovenleidingen van het spoorwegnetwerk kunnen worden vernield. In deze zaak heeft de voorzieningenrechter onder meer geoordeeld dat bovengenoemde informatie onrechtmatig is jegens Deutsche Bahn. XS4ALL is bij tussenvonnis van 15 april 2002 bevolen om de toegang tot de betreffende pagina's op de websites te blokkeren en geblokkeerd te houden.
d. De Radikal-artikelen waren niet uitsluitend te vinden op de homepage van de XS4ALL-abonnee maar ook op andere websites, ook wel 'mirror-sites' genoemd.
e. Op de website van Indymedia is een artikel geplaatst over de zaak tussen Deutsche Bahn en XS4ALL. Een aantal bezoekers van de website heeft op dit artikel gereageerd en enkelen hebben in hun reactie zogenoemde hyperlinks, verwijzingen naar pagina's op internet, geplaatst. Een aantal van deze hyperlinks leidt tot de website van Radikal en vervolgens desgewenst (door verder door te klikken) ook naar de Radikal-artikelen. Veel reacties bevatten een instructie over de manier waarop de lezer de Radikal-artikelen kan bereiken en hebben ook de intentie de lezer daarnaar toe te leiden.
f. Deutsche Bahn heeft Indymedia bij brief van 22 april 2002 gesommeerd om met onmiddellijke ingang de toegang tot de websites waarop materiaal staat dat onrechtmatig is jegens Deutsche Bahn te blokkeren en geblokkeerd te houden, zodanig dat de websites niet meer kunnen worden geraadpleegd. Indymedia heeft geweigerd hieraan te voldoen.
2. Deutsche Bahn vordert Indymedia te bevelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis alle zich op (een) website(s) die onder Indymedia's controle staa(t)(n) bevindende informatie die onrechtmatig is jegens Deutsche Bahn, daaronder begrepen hyperlinks, ongeacht of deze zijn opgenomen in berichten van bezoekers, te verwijderen en verwijderd te houden, zodanig dat deze informatie niet meer via haar websites dan wel anderszins kan worden bezocht, geraadpleegd, bewerkt of anderszins gebruikt, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom voor iedere dag dat Indymedia dit bevel geheel of gedeeltelijk niet nakomt.
3. Deutsche Bahn heeft daartoe het volgende -samengevat- aangevoerd. Indymedia handelt onrechtmatig jegens Deutsche Bahn door te weigeren de berichten, waarin de hyperlinks naar de Radikal-artikelen zijn opgenomen, te verwijderen of door na te laten de hyperlinks onklaar te maken, terwijl zij weet dat de Radikal artikelen onrechtmatig jegens Deutsche Bahn zijn. Deutsche Bahn meent dat net als in de zaak tussen haar en XS4ALL (zie 1c), ook hier het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 9 juni 1999 (IER 1999, nr. 47) in de Scientology/XS4ALL-zaak als uitgangspunt heeft te gelden. Voor de beoordeling van deze zaak verschilt de positie van Indymedia niet van die van een Internet Service Provider. Zo biedt Indymedia immers, net als een service provider, aan derden de mogelijkheid informatie op internet te plaatsen. Op degene die deze mogelijkheid verschaft rust een zekere zorgvuldigheidsplicht. Wanneer de verschaffer bekend wordt met de onrechtmatigheid (en aan die mededeling niet hoeft te twijfelen), dient hij die informatie te blokkeren. Volgens Deutsche Bahn is het in dit verband niet van belang of de Radikal-artikelen direct of indirect met een hyperlink bereikbaar zijn. Wanneer vast staat dat de informatie onrechtmatig is, mag deze niet ter beschikking worden gesteld. In deze zaak geldt dit te meer aangezien de lezer uitdrukkelijk wordt opgeroepen naar de onrechtmatige informatie te gaan.
4. Indymedia heeft ter afwering van de vordering het volgende -samengevat- aangevoerd. Indymedia meent dat deze zaak niet kan worden vergeleken met de zaak van Deutsche Bahn tegen XS4ALL. Het cruciale verschil in deze zaak is dat het niet gaat om het ter beschikking stellen van informatie door of via Indymedia, maar om het verwijzen naar informatie door middel van hyperlinks. Het plaatsen van een hyperlink naar een (indirecte) nieuwsbron op internet moet volgens haar zijn toegestaan. Hyperlinken is een dermate belangrijke activiteit in een internet-omgeving dat een verbod daarop het wezen van internet aantast. Indymedia benadrukt dat zij geen gebruik maakt van inline- en/of framed linking, in welk geval door op de link te klikken de opgeroepen informatie direct zichtbaar wordt binnen het beeld van de Indymedia-site. Derhalve kan niet worden gezegd dat Indymedia de informatie tot haar eigen informatie maakt ('zu eigen macht'). De hyperlinks op haar webpagina zijn zogenoemde 'surface' links. Degene die op deze link klikt verlaat de Indymedia- site en komt op een andere -in dit geval de Radikal- website. De internetgebruiker moet vervolgens zelf op zoek gaan naar de gewraakte artikelen, hetgeen -gezien de hoeveelheid informatie op de site- niet eenvoudig is.
De verwijzing van Deutsche Bahn naar het Scientology vonnis slaagt hier niet. Op de eerste plaats is het vonnis achterhaald door de recente uitspraak van de Hoge Raad in het NVM/ El Cheapo-arrest, waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat het aanbrengen van een hyperlink in beginsel niet onrechtmatig is. Bovendien is de overweging van de rechtbank in het Scientology vonnis over de toegankelijkheid van onrechtmatige informatie via hyperlinks, namelijk dat 'in dit verband niet van belang is of de informatie toegankelijk is via een 'internet-adres' dan wel via een hyperlink', in strijd met de richtlijn elektronische handel die deze kwestie van aansprakelijkheid van aanbieders van hyperlinks juist niet heeft willen regelen. Voorts gaat de vergelijking met het Scientology vonnis mank omdat het daar ging om een inbreuk op auteursrechten. Ook betrof het daar een zogenoemde deep-link, waar direct naar de onrechtmatige informatie wordt gelinkt.
Indymedia heeft er voorts op gewezen dat zij een persmedium is en niet in staat is de toegang tot de informatie te blokkeren. Anders dan een internet service provider heeft zij immers de informatie niet op haar server staan. Zelfs al zou Indymedia de hyperlinks verwijderen, dan blijft de gewraakte informatie beschikbaar.
Subsidiair heeft Indymedia een beroep gedaan op de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, zoals onder meer gegarandeerd in artikel 10 EVRM. Ook hier is van belang dat Indymedia bij haar berichtgeving, dat de gewraakte informatie nog steeds bereikbaar is via 'mirror-sites', deze informatie niet 'zu eigen macht', maar de nodige distantie in acht neemt.
Beoordeling van het geschil
5. Voor de beoordeling van dit geschil wordt als uitgangspunt genomen dat de twee artikelen, genoemd onder 1c, onrechtmatig zijn jegens Deutsche Bahn. In dit verband wordt verwezen naar rechtsoverweging 9 van het bij partijen bekende vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 25 april 2002 in de zaak Deutsche Bahn tegen XS4ALL (KG 02/790 OdC).
6. De voorzieningenrechter zal de vordering van Deutsche Bahn beoordelen als slechts betrekking hebbend op hyperlinks die naar de jegens Deutsche Bahn onrechtmatige informatie leiden. Deutsche Bahn heeft zich immers bij de toelichting op haar vordering beperkt tot hyperlinks en zij heeft aldus onvoldoende concreet aangegeven op welke andere wijze Indymedia naar onrechtmatige informatie zou verwijzen.
7. Aan de orde is derhalve thans de vraag of van Indymedia kan worden gevergd dat zij de hyperlinks, die leiden tot de onrechtmatige informatie, van de onder haar controle staande website(s), verwijdert.
8. Voorshands wordt geoordeeld dat dit van Indymedia kan worden gevergd. Nu Indymedia via haar website gebruikers in staat stelt om informatie op internet te plaatsen, is zij evenals een Internet Service Provider, maar ook evengoed als bijvoorbeeld (de redactie van) een dagblad, in beginsel aansprakelijk voor de met haar bemiddeling geplaatste publicaties, zij het met de geëigende beperkingen. Aangezien Indymedia weet dat enkele op haar website geplaatste hyperlinks leiden tot de onder 1c genoemde door de rechter onrechtmatig geoordeelde artikelen, handelt zij, net als de Internet Service Provider of de krant, onrechtmatig jegens Deutsche Bahn door geen maatregelen te treffen om verspreiding van de onrechtmatige informatie te staken. Daaraan doet niet af dat Indymedia, als persmedium, de gewraakte informatie niet tot haar eigen informatie maakt. De vraag welke vorm van hyperlinken wordt gebruikt is in dit verband niet van belang. Doorslaggevend is dat Indymedia het technisch mogelijk maakt en laat de informatie te bereiken. Of dat nu indirect of direct geschiedt is niet van belang. In dit verband geldt dit te meer nu de begeleidende teksten bij de hyperlinks de lezer ook uitdrukkelijk oproepen naar de onrechtmatige artikelen te gaan en hen daarbij de benodigde instructies geven. De omstandigheid dat de gewraakte informatie ook na het verwijderen van de hyperlinks beschikbaar blijft omdat deze informatie niet op de server van Indymedia staat, neemt het onrechtmatig handelen van Indymedia niet weg en kan aan het voorgaande dus evenmin afdoen.
Niet is ter discussie de toelaatbaarheid van hyperlinks in het algemeen. Het gaat immers om de inhoud van de publicaties waarnaar die hyperlinks toegang bieden.
De nog door Indymedia gelegde link met de Europese richtlijn voor elektronische handel betreft een geheel ander maatschappelijk onderwerp -namelijk e-commerce- en is al daarom niet geschikt om hier een rol te spelen.
Voorts heeft Indymedia niet aannemelijk gemaakt dat zij niet in staat is de hyperlinks te verwijderen van haar website. Zij stelt immers zelf dat zij zich het recht voorbehoud om bepaalde berichten, onder meer 'gejatte soft ware en puur fascistische bijdragen', te verwijderen, zodat niet valt in te zien waarom zij niet ook de hier aan de orde zijnde hyperlinks zou kunnen verwijderen.
9. Aangezien de twee Radikal-artikelen onrechtmatig zijn jegens Deutsche Bahn en gevaar kunnen opleveren voor personen en zaken, is het gebod aan Indymedia om de hyperlinks te verwijderen om het aldus onmogelijk te maken de onrechtmatige artikelen te bereiken, niet in strijd met het beginsel van vrijheid van meningsuiting of persvrijheid. Het subsidiaire betoog van Indymedia wordt derhalve verworpen.
10. Een algemeen verbod tot verwijdering van alle documentatie die onrechtmatig is jegens Deutsche Bahn, is onvoldoende bepaald en kan derhalve niet in die vorm worden toegewezen.
11. Gelet op het voorgaande zal de vordering worden toegewezen als na te melden. Indymedia zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
1. Beveelt Indymedia om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de hyperlinks, die staan op (een) onder de controle van Indymedia staande website(s), te verwijderen en verwijderd te houden, voor zover deze hyperlinks direct of indirect leiden tot de Radikal-artikelen "KLEINER LEITFADEN ZUR BEHINDERUNG VON BAHNTRANSPORTEN ALLER ART" en "AEG Productinformation" en ongeacht of deze hyperlinks zijn opgenomen in berichten van bezoekers, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor elke dag dat Indymedia nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 200.000,-.
2. Veroordeelt Indymedia in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van Deutsche Bahn begroot op € 270,56 aan verschotten, waaronder € 193,- wegens vastrecht en op € 703,- aan salaris procureur.
3. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
4. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door mr. R. Orobio de Castro, vice-president van de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 20 juni 2002, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: