JAR 2000, 28
Rb. 's-Hertogenbosch, 07-01-2000, nr. 34616/HAZA99-246
Rb. 's-Hertogenbosch 07-01-2000, ECLI:NL:RBSHE:2000:AG5384
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
7 januari 2000
- Magistraten
Mrs Thijsen, Bruggink, Van Ardenne
- Zaaknummer
34616/HAZA99-246
- LJN
AG5384
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSHE:2000:AG5384, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 07‑01‑2000
- Wetingang
BW art. 7:681; Rechtspraakreglement behorende bij Grafische CAO art. 6.1.1; GW art. 7; EVRM art. 6; IVBP art. 14
Samenvatting
Een werkgever zegt met toestemming van het Centraal Bureau voor de Grafische Bedrijven de arbeidsovereenkomst van een 55-jarige werknemer (bijna 37 jaar in dienst) op. Tien dagen later wendt de werknemer zich tot de Centrale Commissie Grafisch Bedrijf met het verzoek het ontslag kennelijk onredelijk te verklaren, respectievelijk een schadevergoeding toe te kennen. De commissie acht de werknemer niet ontvankelijk omdat de voorgeschreven termijn van 12 dagen zou zijn overschreden. De werknemer vordert vervolgens bij de kantonrechter op grond van kennelijk onredelijk ontslag een schadevergoeding van ƒ 222.435,‒ bruto. De werkgever stelt dat de werknemer niet ontvankelijk is. De kantonrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.