NJ 2015/42
Garanties verleend door een openbaar bedrijf aan een bank met het oog op kredietverlening aan derde leners. Garanties bewust verleend door de directeur van dat openbaar bedrijf in strijd met de statutaire bepalingen van dat bedrijf.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
17 september 2014
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, J.L. da Cruz Vilaça, G. Arestis, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev
- Zaaknummer
C-242/13
- Conclusie
A-G M. Wathelet
- Noot
M.R. Mok
- Roepnaam
Commerz Nederland/Havenbedrijf Rotterdam
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS161931:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:2326, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 23‑10‑2014
ECLI:EU:C:2014:2224, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 17‑09‑2014
ECLI:EU:C:2014:308, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2014
- Wetingang
Art. 107 lid 1 VWEU
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 26 april 2013.
Garanties verleend door een openbaar bedrijf aan een bank met het oog op kredietverlening aan derde leners. Garanties bewust verleend door de directeur van dat openbaar bedrijf in strijd met de statutaire bepalingen van dat bedrijf.
Samenvatting
Artikel 107, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat, om te bepalen of door een openbaar bedrijf verleende garanties toerekenbaar zijn aan de overheidsinstantie die dat bedrijf controleert, naast het samenstel van aanwijzingen die blijken uit de omstandigheden van het hoofdgeding ...