Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2116 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
Artikel 94 Wisselkoersen en ontstaansfeiten
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
In de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, worden de in artikel 93, lid 2, bedoelde prijzen en bedragen aan de hand van een wisselkoers omgerekend in hun nationale munteenheid.
2.
Het ontstaansfeit voor de wisselkoers is:
- a)
voor in het handelsverkeer met derde landen geheven of toegekende bedragen: het vervullen van de douaneformaliteiten bij invoer of uitvoer;
- b)
in alle overige gevallen: de handeling waardoor het economisch doel van de verrichting wordt bereikt.
3.
Indien een rechtstreekse betaling aan een begunstigde, bedoeld in Verordening (EU) 2021/2115, gedaan wordt in een andere munteenheid dan de euro, rekenen de lidstaten het bedrag van de in euro's uitgedrukte steun om in de nationale munteenheid aan de hand van de laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank (ECB) heeft vastgesteld vóór 1 oktober van het jaar waarvoor de steun wordt toegekend.
In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten in naar behoren gemotiveerde gevallen besluiten om te rekenen op basis van het gemiddelde van de door de ECB vastgestelde wisselkoersen in de maand vóór 1 oktober van het jaar waarvoor de steun wordt toegekend. Lidstaten die voor deze oplossing kiezen, bepalen en publiceren het bedoelde gemiddelde vóór 1 december van dat jaar.
4.
Wat het ELGF betreft, hanteren de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, bij het opstellen van hun uitgavendeclaraties dezelfde wisselkoers als de wisselkoers die zij overeenkomstig dit hoofdstuk bij betalingen aan de begunstigden en bij de inning van ontvangsten hebben gebruikt.
5.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 102 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor de ontstaansfeiten en de te hanteren wisselkoers. Het specifieke ontstaansfeit wordt bepaald op basis van de volgende criteria:
- a)
de noodzaak wijzigingen in de wisselkoers zo snel mogelijk te kunnen toepassen;
- b)
de onderlinge overeenkomst tussen ontstaansfeiten voor analoge verrichtingen in het kader van de marktordening;
- c)
de samenhang tussen de ontstaansfeiten voor de verschillende prijzen en bedragen die de marktordening betreffen;
- d)
de uitvoerbaarheid en doeltreffendheid van controles op de toepassing van adequate wisselkoersen.
6.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 102 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor de wisselkoers die moet worden gehanteerd bij de opstelling van uitgavendeclaraties en bij de registratie van verrichtingen in verband met openbare opslag in de rekeningen van de betaalorganen.