AB 2017/265
De bezwaarschriftprocedure naar aanleiding van een bestuurlijke boete heeft een eigen karakter dat lijkt op een officierszitting (TOM-zitting).
Rb. Amsterdam 04-04-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:2972, m.nt. L.M. Koenraad en H.J.B. Sackers
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
4 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Otten, M.J. van den Bergh, T.L. Fernig-Rocour
- Zaaknummer
AMS 15/5918
- Noot
L.M. Koenraad en H.J.B. Sackers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926933:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2017:2972, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 04‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
De Raad voor de Rechtsbijstand heeft onvoldoende gemotiveerd dat een relevant verschil bestaat tussen een ‘officierszitting’ in het kader van een voorgenomen taakstraf of strafbeschikking (TOM-zitting) en een hoorzitting tijdens de bezwaarschriftprocedure.
Samenvatting
Op de TOM-zitting en de bezwaarfase zijn andere wettelijke bepalingen van toepassing, maar de rechtbank vindt dit geen relevant verschil.
De bedoeling een TOM-zitting is verdere vervolging te voorkomen. De bezwaarfase kan echter, om diverse redenen, leiden tot herroeping van de bestuurlijke boete. Daarom vindt de rechtbank ook dit geen relevant verschil.
Het Openbaar Ministerie heeft beleidsvrijheid om vervolging in te stellen. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.