Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 545 [Inverzekeringstelling]
Geldend
Geldend vanaf 12-05-2000
- Bronpublicatie:
25-04-2000, Stb. 2000, 174 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26825)
- Inwerkingtreding
12-05-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2000, Stb. 2000, 193 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Indien de bereidverklaring niet wordt afgelegd, of de verlangde zekerheid niet gesteld, beveelt de rechter-commissaris dat de verdachte in verzekering zal worden gesteld. Eenzelfde bevel kan de rechter-commissaris bij verdenking van misdrijf geven indien hij van oordeel is dat het voorkomen van herhaling of voortzetting van het strafbare feit niet afdoende door bevelen als bedoeld in artikel 543, tweede lid, kan worden verzekerd en de handhaving van de openbare orde de inverzekeringstelling dringend vordert. Het bevel tot inverzekeringstelling kan slechts worden gegeven indien aan de verdachte een dagvaarding is uitgereikt om binnen de periode van inverzekeringstelling voor de rechter te verschijnen.
2.
De verzekering is van kracht gedurende een termijn van zeven dagen welke ingaat op den dag der tenuitvoerlegging. Artikel 68, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing. Het bevel tot inverzekeringstelling is dadelijk uitvoerbaar.
3.
De rechter-commissaris beslist met inachtneming van het eerste lid zoomede van de artikelen 543 en 544.
4.
De verdachte kan van het bevel tot inverzekeringstelling binnen drie dagen na de tenuitvoerlegging in hooger beroep komen bij de rechtbank die zoo spoedig mogelijk doch uiterlijk op de terechtzitting beslist.
5.
Ten aanzien van de verdachte die op grond van dit artikel in verzekering is gesteld, kan geen bevel tot bewaring worden gegeven.