JWB 2003/29
Verpandingsverbod, overdraagbaarheid vordering, beding, goede trouw
HR 17-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF0168 (Oryx/Van Eesteren)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2003
- Zaaknummer
C01/162HR
- LJN
AF0168
- Roepnaam
Oryx/Van Eesteren
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF0168, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF0168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2003
- Wetingang
Art. 3:83 lid 2 BW; art. 3:98 BW; art. 3:36 BW; art. 3:88 BW
Essentie
Verpandingsverbod, overdraagbaarheid vordering, beding, goede trouw
Samenvatting
Casus
In 1995 heef B B.V. als zekerheid voor een lening aan Oryx een pandrecht verschaft op al haar bestaande en nog te verkrijgen vorderingen. In 1996 heeft B uit onderaanneming een vordering gekregen op A v.o.f. Verweerster was in de jaren 1995 en 1996 vennoot van A. Ingevolge art. 6 van de overeenkomst van onderaanneming was het B verboden haar vorderingen uit de overeenkomst zonder toestemming van A te cederen, te verpanden of onder welke titel dan ook in eigendom over te dragen. De vordering is echter vermeld op een door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.