NJ 2003, 87
Mediation-clausule niet op een lijn te stellen met arbitraal beding en overeenkomst tot bindend advies; devolutieve werking impliceert dat terugverwijzing naar kantonrechter niet mogelijk is.
Rb. Amsterdam 16-10-2002, ECLI:NL:RBAMS:2002:AF5797
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
16 oktober 2002
- Magistraten
Ros, Van Harmelen, Melissen
- Zaaknummer
H010636
- LJN
AF5797
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2002:AF5797, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 16‑10‑2002
- Wetingang
BW art. 6:217; BW art. 6:248; BW art. 7:900 lid 2; Rv art. 76; Rv art. 348; Rv art. 1022
Essentie
Mediation-clausule niet op een lijn te stellen met arbitraal beding en overeenkomst tot bindend advies; devolutieve werking impliceert dat terugverwijzing naar kantonrechter niet mogelijk is.
Samenvatting
Appellant Wilkens is met inbreng van het klantenbestand van zijn eigen schildersbedrijf in 1999 in dienst getreden bij geïntimeerde sub 1 Kemper (waarvan geïntimeerde sub 2 Pébé alle aandelen houdt). De arbeidsovereenkomst bevat een zgn. mediation-clausule, luidende: ‘Wanneer op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst onenigheden en conflicten (dreigen te) ontstaan, dan zullen partijen daarin een oplossing zoeken middels mediation door een NMI-erkende mediator, in onderling overleg door partijen aan te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.