NJ 2003, 411
Bescherming van pandhouder die pandrecht heeft verkregen van beschikkingsonbevoegde pandgever op grond van artikel 11 Pandhuiswet, voor toepassing waarvan goede trouw van pandhouder niet is vereist; beperkende werking redelijkheid en billijkheid; onrechtmatigheid.
Rb. Amsterdam 02-10-2002, ECLI:NL:RBAMS:2002:AF9009
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
2 oktober 2002
- Magistraten
W. Tonkens-Gerkema
- Zaaknummer
H020377(AV)
- LJN
AF9009
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2002:AF9009, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 02‑10‑2002
- Wetingang
BW art. 3:86; BW art. 3:238; BW art. 6:2; BW art. 6:162; BW art. 6:203; Pandhuiswet 1910 art. 11
Essentie
Bescherming van pandhouder die pandrecht heeft verkregen van beschikkingsonbevoegde pandgever op grond van artikel 11 Pandhuiswet, voor toepassing waarvan goede trouw van pandhouder niet is vereist; beperkende werking redelijkheid en billijkheid; onrechtmatigheid.
Samenvatting
Ex-werknemer van diamantair, die vóór zijn indiensttreding reeds in staat van faillissement was verklaard en tijdens zijn dienstverband diamanten had verduisterd, heeft diamanten verpand aan pandhouder. Diamantair, die onder voorbehoud van haar rechten aan de pandhouder heeft betaald teneinde de door haar ex-werknemer/pandgever verduisterde en aan de pandhouder verpande diamanten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.