JAR 1997, 119
Rb. Amsterdam, 14-05-1997, nr. H961058
Rb. Amsterdam 14-05-1997, ECLI:NL:RBAMS:1997:AG1618
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
14 mei 1997
- Magistraten
Mrs Ros, Van Hees, Uriot
- Zaaknummer
H961058
- LJN
AG1618
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:1997:AG1618, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 14‑05‑1997
- Wetingang
BW art. 3:35; BW art. 7:642; BW (oud) art. 7A:1638ll
Samenvatting
Een serveerster op een partyboot, als oproepkracht voor bepaalde tijd in dienst (eerst acht maanden en na een periode van vijf maanden, vervolgens zeven maanden), deelt halverwege de tweede periode mede ontslag te willen nemen. De werkneemster komt hier een dag later op terug, stellende dat zij geen ontslag wilde nemen en vordert doorbetaling van loon, vakantiegeld en uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen. De Kantonrechter wijst de vorderingen grotendeels af. De Rechtbank is echter van mening dat de verklaring van de werkneemster niet met haar wil overeenstemde en dat de werkgever haar daaraan niet mocht houden, nu zij er de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.