AB 1996, 232
Rb. Amsterdam, 05-03-1996, nr. 13/054588-95PARKETNR
Rb. Amsterdam 05-03-1996, ECLI:NL:RBAMS:1996:AN5041, m.nt. F.C.M.A. Michiels
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
5 maart 1996
- Magistraten
Van der Schroeff, Van den Bergh, Sissing
- Zaaknummer
13/054588-95PARKETNR
- Noot
F.C.M.A. Michiels
- LJN
AN5041
- JCDI
JCDI:ADS246254:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:1996:AN5041, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 05‑03‑1996
- Wetingang
WMb art. 8.1
Essentie
Vervolging en bestraffing ondanks expliciet bestuurlijk gedogen; gedogen geen rechtvaardigingsgrond.
Samenvatting
Namens verdachte is betoogd dat de officier van justitie in zijn strafvervolging niet kan worden ontvangen omdat hij, voor het geval hij de rechtmatigheid van de gedoogbeschikking wenst te doen beoordelen, de administratiefrechtelijke weg had dienen te bewandelen.
Dit betoog faalt omdat, wat er zij van de mogelijkheid voor de officier van justitie om langs enige administratiefrechtelijke weg tegen de gedoogbeschikking te ageren, de officier van justitie door de gedoogbeschikking — afkomstig van een niet voor het vervolgingsbeleid verantwoordelijk (gemeentelijk) overheidsorgaan — niet beroofd wordt van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.