WR 1989, 67
Rb. Amsterdam, 22-03-1989
Rb. Amsterdam 22-03-1989, ECLI:NL:RBAMS:1989:AK0190
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
22 maart 1989
- Zaaknummer
[1989-03-22/WR_16376]
- LJN
AK0190
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Volkshuisvesting en wonen (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:1989:AK0190, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 22‑03‑1989
Essentie
Tijdens een door de verhuurder op grond van wanprestatie aangespannen procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst doen de huurder en haar zoon het verzoek te bepalen dat de zoon medehuurder wordt. De rechtbank: Er is geen rechtsregel volgens welke een verzoek als bedoeld in art. 1623h BW niet meer kan worden ingediend en/of inhoudelijk afgedaan indien er een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst tegen de huurder is aangespannen. Dat de positie van de verhuurder in de ontbindingsprocedure dan zwaarder wordt is geen argument; indien er een beroep op medehuurderschap wordt gedaan is het juist terecht dat de belangen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.