Rb. Amsterdam, 06-10-1982

De overdraagbaarheid van vorderingen die de Nederlandse afneemster (Purena) van eiseres uit doorverkoop heeft verkregen op Nederlandse derde-kopers, wordt naar Nederlands internationaal privaatrecht beheerst door Nederlands recht. Die vorderingen waren nog absoluut toekomstig toen Purena van eiseres kocht en krachtens de toepasselijke ‘Lieferungs- und Zahlungsbedingungen’ van eiseres aan deze reeds bij voorbaat die vorderingen overdroeg. Zodanige overdracht was dus naar het toepasselijke Nederlandse recht ongeldig, zodat eiseres zich ten onrechte daarop beroept tegenover gedaagde, aan wie Purena nadien bedoelde vorderingen heeft gecedeerd.