Rb. Arnhem, 19-06-2009, nr. 184576
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1023
- Instantie
Rechtbank Arnhem
- Datum
19-06-2009
- Zaaknummer
184576
- LJN
BJ1023
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1023, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 19‑06‑2009; (Kort geding)
- Wetingang
art. 37 Burgerlijk Wetboek Boek 2
- Vindplaatsen
JOR 2009/220 met annotatie van J.M. Blanco Fernández
Uitspraak 19‑06‑2009
Inhoudsindicatie
Het geschil betreft de vraag wie van de partijen thans het rechtmatige bestuur van de vereniging vormt. Beide partijen claimen met uitsluiting van de ander dat zij het rechtmatige bestuur zijn.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 184576 / KG ZA 09-296
Vonnis in kort geding van 19 juni 2009
in de zaak van
[eisers]
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. M.J. Oudman te Joure, gemeente Skarsterlan,
tegen
[gedaagden],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. H.J.F. Dullemond te Zwolle.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie] en [gedaagden in conventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding
- -
de mondelinge behandeling
- -
de pleitnota van [eisers in conventie]
- -
de pleitnota van [gedaagden in conventie]
- -
de eis in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Partijen zijn lid van De Vereniging International Horse Breeders Association Heavy Warmblood (hierna: het IHW). Het IHW heeft volgens artikel 2 lid 1 van haar statuten als doel:
“de instandhouding en het terugfokken van het internationaal zwaar warmbloedpaard, zoals deze in Groningen, Oostfriesland en Oldenburg algemeen voorkwam tussen de jaren negentienhonderd twintig en negentienhonderd zestig.”
2.2.
De statuten van het IHW bepalen voorts, voor zover van belang, het volgende:
Artikel 7 lid 1d:
“Het lidmaatschap eindigt door ontzetting(…).”
Artikel 7 lid 6:
“Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.”
Artikel 9 lid 3:
“De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen.”
Artikel 9 lid 4:
“Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden benoemd is door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging.”
Artikel 10 lid 1:
“Het bestuur is belast met het besturen der vereniging. Onverminderd het in lid 3 van dit artikel bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden en aan de voorzitter.”
Artikel 12 lid 2:
“Behalve de in artikel 11 bedoelde jaarvergaderingen zullen algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering, indien daarin alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn.”
Artikel 12 lid 3:
“Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het bestuur verplicht tot bijeenroeping ener algemene vergadering (…).”
2.3.
Het IHW houdt een stamboek bij dat is erkend volgens het Reglement erkenningen fokkerijorganisaties paardachtigen 2001. Als erkend stamboek is het IHW gerechtigd paarden te chippen en geeft het stamboek een eigen paspoort uit naar EU eisen en is het verplicht daar de registratie over te voeren. Het IHW staat onder toezicht van het Productschap Vee, Vlees en Eieren (hierna: het PVE).
2.4.
In november 2004 heeft het PVE het IHW aangegeven dat er een aantal dringende verbeteringen noodzakelijk waren om de erkenning van het stamboek te kunnen behouden.
2.5.
Daarop is in 2004 [betrokkene 1] tot voorzitter van het IHW benoemd om orde op zaken te stellen binnen het IHW. Eind 2008, begin 2009 is er bestuurlijke onrust ontstaan binnen het IHW. Het bestuur bestond toen uit [betrokkene 1] als voorzitter, [ ] [betrokkene 2] als vice-voorzitter, [ ] [betrokkene 3] als penningmeester, en [gedaagde sub 1] (gedaagde sub 1), [gedaagde sub 2] (gedaagde sub 2), [gedaagde sub 3] (gedaagde sub 3) en [gedaagde sub 4] (gedaagde sub 4) als gewone bestuursleden. [gedaagden in conventie] hadden geen vertrouwen meer in [betrokkene 1] als voorzitter.
2.6.
[betrokkene 2] en [gedaagden in conventie] hebben in een brief van 10 januari 2009 [betrokkene 1] als voorzitter tijdelijk geschorst met de volgende mededeling:
“Gezien de ontstane situatie met betrekking tot [betrokkene 6] BV en uw betrokkenheid daarin (…) heeft het bestuur in meerderheid besloten u als voorzitter tijdelijk op non-actief te stellen. (…) Om het officieel te houden delen wij u dus bij deze mede dat u met ingang van 12 januari 2009, 09.00 uur, voorlopig voor de duur van één maand, bent geschorst. Binnen deze maand zal er een Algemene Ledenvergadering uitgeschreven worden, waarbij uw positie binnen het bestuur als agendapunt zal worden opgevoerd.”
2.7.
Bij brief van 13 januari 2009 zijn de leden van het IHW bijeengeroepen voor een buitengewone algemene ledenvergadering op 31 januari 2009. [betrokkene 1] is niet verschenen op de vergadering, waardoor [betrokkene 2] als vice-voorzitter de vergadering heeft geleid. [ ] [betrokkene 4] heeft op de vergadering genotuleerd.
2.8.
Van [betrokkene 4] heeft de door haar op 1 februari 2009 uitgewerkte notulen van de vergadering op 2 februari 2009 toegezonden aan [ ] [gedaagde sub 2], ambtelijk secretaris van het IHW. Het bestuur heeft de notulen van Van [betrokkene 4] aangepast en de aangepaste versie van de notulen, die opgemaakt is op 10 februari 2009, naar de leden verzonden.
2.9.
De door het bestuur aangepaste notulen vermelden, voor zover van belang, het volgende:
“Dhr. [betrokkene 5] zegt dat dus nu wel duidelijk is dat en [betrokkene 6] en de voorzitter de vereniging wel ernstig hebben geschaad en dat we er daarom van af moeten. Hij hoopt dat op de vergadering van 21 februari a.s. niet weer al dit “gekakel” opnieuw plaatsvindt en wellicht dat de voorzitter zijn aftreden weer herroept, dus hij stelt voor dat om voortgang in de zaak te krijgen vandaag besluiten te nemen over:
- A.
de leden besluiten de heer [betrokkene 1] uit zijn lidmaatschap en bestuurslidmaatschap te ontzetten.
- B.
(…)
De voorzitter zegt dit nu aan de leden voor te leggen. De vergadering neemt dit met algemene stemmen aan (per acclamatie). (…) De voorzitter concludeert dat de voorstellen zijn aangenomen.”
2.10.
De oorspronkelijke notulen van Van [betrokkene 4], vermelden, voor zover van belang, het volgende:
Dhr. [betrokkene x] zegt dat dus nu wel duidelijk is dat en [betrokkene 6] en de voorzitter de vereniging wel ernstig hebben geschaad en dat we er daarom van af moeten. Hij hoopt dat op de vergadering van 21 februari a.s. niet weer al dit “gekakel” opnieuw plaatsvindt en wellicht dat de voorzitter zijn aftreden weer herroept, dus hij stelt voor dat er op de algemene ledenvergadering van 21 februari een motie van wantrouwen namens de leden tegen de voorzitter wordt ingediend. De aanwezige leden zijn het hier mee eens (…)
Dhr. [betrokkene x] benadrukt nogmaals dat hij graag in de notulen vermeld wil zien dat de aanwezigen het erover eens zijn dat:
- a.
een motie van wantrouwen namens de leden naar de voorzitter toe zal worden ingediend op de vergadering van 21 februari 2009 en
- b.
(…).”
2.11.
Van [betrokkene 4] heeft bij de ambtelijk secretaris van het IHW bezwaar gemaakt tegen de herschrijving en aanpassing van de door haar opgemaakte notulen. Zij heeft haar bij
e-mail van 9 februari 2009 onder meer het volgende geschreven:
“Tot mijn grote verbazing kregen wij een versie van de notulen rondgemaild, waarin enige opmerkingen toegevoegd waren van een, op de vergadering te Staphorst, aanwezig lid. (…) Het verslag, mijn verslag, blijkt inmiddels behoorlijk herschreven en gecensureerd te zijn, en wordt zo aan de leden toegezonden, met mijn naam eronder! Het is onbestaanbaar dat zoiets gebeurt. Niemand, maar dan ook echt niemand, mag notulen, gemaakt door iemand anders, zomaar wijzigen en op zo’n manier ook nog de geschiedenis herschrijven. (…) En dan wil ik u er nog tevens op wijzen dat dit dus valsheid in geschrifte is, omdat ik deze wijzigingen in mijn notulen nooit heb aangebracht, maar u als ambtelijk secretaris. In protesteer dus bij deze tegen deze, uw handelswijze en zal mij beraden over eventueel te nemen stappen.”
2.12.
De ambtelijk secretaris heeft Van [betrokkene 4] hiervoor haar excuses aangeboden en heeft haar bij e-mail van 9 februari 2009 onder meer geschreven:
“Het was niet mijn bedoeling om zoiets te doen. Ik wist niet dat zoiets niet mocht, maar het was echt niet mijn bedoeling om jouw naam te misbruiken. Ik wil het graag in goed overleg met jouw doen. Is het misschien mogelijk om de punten bij te voegen als toelichting onderaan met de opmerking dat dat van het bestuur komt?”
2.13.
Op 8 februari 2009 hebben [gedaagden in conventie] [betrokkene 1] een brief gestuurd met de volgende mededeling:
“Op de algemene ledenvergadering d.d. 31 januari hebben de leden besloten u te ontzetten uit uw lidmaatschap c.q. bestuurslidmaat¬schap. (…)
Conform de wens van de algemene ledenvergadering en de statuten art. 7 lid 1d en art. 7 lid 6 ontzet het bestuur u bij deze uit uw lidmaatschap. (…) Conform art. 9 lid 4 eindigt uw bestuurslidmaatschap c.q. voorzitterschap hiermee.”
2.14.
Op 21 februari 2009 heeft een volgende algemene ledenvergadering plaatsgevonden. Aan [betrokkene 1] is de toegang tot de vergadering ontzegd. Ook aan een aantal andere leden is de toegang geweigerd.
2.15.
Op 2 maart 2009 hebben een 19-tal leden een schriftelijk verzoek aan het bestuur van het IHW gedaan om een buitengewone algemene ledenvergadering te beleggen, waarop onder meer de ontheffing uit de functie van alle bestuursleden behandeld zou gaan worden.
2.16.
Het bestuur, in de personen van [betrokkene 1] (voorzitter), [betrokkene 2] (vice-voorzitter) en [betrokkene 3] (penningmeester), heeft de buitengewone algemene ledenvergadering bepaald op 11 maart 2009. Bij brief van 3 maart 2009 van [betrokkene 1] zijn [gedaagden in conventie] op de hoogte gesteld van het verzoek van de 19 leden en uitgenodigd voor de vergadering van 11 maart 2009. Bij een andere brief van 3 maart 2009 van [betrokkene 1] zijn alle leden uitgenodigd voor die vergadering.
2.17.
Op de algemene vergadering van 11 maart 2009 is het gehele bestuur, bestaande uit [betrokkene 1], [betrokkene 2], [betrokkene 3] en [gedaagden in conventie] met tenminste twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen ontslagen en is er een nieuw (tijdelijk) bestuur benoemd, bestaande uit [eisers in conventie]
2.18.
[eisers in conventie] hebben [gedaagden in conventie] verzocht om alle zaken en bescheiden van het IHW, die zij nog in hun bezit hebben aan [eisers in conventie] over te dragen en zich verder te onthouden van bestuurshandelingen.
2.19.
Tot op heden hebben [gedaagden in conventie] de verzochte zaken en bescheiden niet afgegeven en handelen ze nog steeds als bestuursleden van het IHW.
3. Het geschil in conventie
3.1.
[eisers in conventie] vorderen samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- 1.
[gedaagden in conventie], hoofdelijk, te veroordelen tot afgifte aan [eisers in conventie]
binnen drie dagen na betekening van dit vonnis onder verbeurte van een dwangsom, met dien verstande dat indien één van de gedaagden aan de veroordeling of een deel daarvan heeft voldaan de anderen daarvoor zullen zijn gekweten, van de navolgende bescheiden en zaken:
- -
de stamboekregistratie van de uitgegeven transponders en nog de resterende nog niet uitgegeven transponders vanaf 1 januari 2008 tot heden; alsmede mutaties, registratie en DNA-onderzoek;
- -
de financiële administratie vanaf 20 december 2008 tot heden; zoals verstuurde en binnengekomen facturen, BTW-aangifte;
- -
de ledenadministratie vanaf 20 december 2008 tot heden;
- -
het kasgeld dat ontvangen is met de bijbehorende administratie vanaf 20 december 2008 tot heden; o.a. op de hengstenkeuring van 14 februari 2009 en de contante betaling van [ ] [betrokkene 6] á € 500,00;
- -
de registratie van transponders, besteld op naam van het IHW tussen 1999 tot heden die nog niet vermeld zijn in de database van het IHW en het PVE en de afgifte van de nog niet uitgegeven transponders. Afdracht van het registratiegeld, per registratie € 15,00 excl. BTW voor administratiekosten en registratiekaart aanmaken (zie productie 9a en 9b dagvaarding).
Met betrekking tot productie 9a dienen van de transpondernummers voorzien van een liggend streepje of de volledige registratie, of de transponder zelf te worden afgeven; met betrekking tot productie 9b dienen van de transpondernummers voorzien van de tekst "nog niet verantwoord" of de volledige registratie, of de transponder zelf te worden afgegeven;
- -
papieren voor het vervaardigen van 100 paspoorten en/of de registratie van al uitgegeven paspoorten, besteld door [ ] [gedaagde sub 2] op 23-01-2009 bij [betrokkene 7], zie rekening (productie 10 dagvaarding);
- -
de reader voor het aflezen van de transponders;
- -
het brandmerk;
- -
de domeinnaam van de website van het IHW, toegangscode en inloggegevens;
- -
3 boeken die geschonken zijn aan de vereniging, boeken over oude paardenrassen;
- -
de sjablonen van het logo van de vereniging;
- -
alle spullen die horen bij het uitgeven van het verenigingsblad 't Peerd, zoals sjabloon van de voorkant.
- 2.
[gedaagden in conventie], hoofdelijk, te verbieden om zich als bestuur of bestuurder van de vereniging IHW te gedragen of uit te laten, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis onder verbeurte van een dwangsom,
- 3.
[gedaagden in conventie], hoofdelijk, te veroordelen tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eisers in conventie]
3.2.
[eisers in conventie] stellen dat zij het rechtmatige bestuur van het IHW vormen en dat [gedaagden in conventie] onrechtmatig jegens hen en het IHW handelen omdat [gedaagden in conventie] ten onrechte pretenderen dat zij het rechtmatige bestuur vormen ten gevolge waarvan het IHW onbestuurbaar is en schade lijdt. Om de vereniging juist te besturen is het van belang dat [eisers in conventie] als het nieuwe bestuur beschikken over alle middelen die daartoe benodigd zijn, zodat [gedaagden in conventie] de onder hen bevindende bescheiden en zaken van het IHW aan [eisers in conventie] dienen af te geven. Voorts is van belang dat [gedaagden in conventie] zich niet meer uitgeven als bestuur en zij geen bestuursondermijnende activiteiten ontplooien. [eisers in conventie] stellen een spoedeisend belang te hebben omdat het op dit moment niet meer mogelijk is om het IHW op een juiste wijze te besturen wat tot aanzienlijke schade bij alle leden van het IHW zal lijden.
3.3.
[gedaagden in conventie] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1.
[gedaagden in conventie] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- 1.
[eisers in conventie] te veroordelen om binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis het uitgeven voor het bestuur van het IHW, het handelen in naam van het IHW, het gebruik van het briefpapier van het IHW en het aanschrijven van de leden van het IHW te staken en gestaakt te houden, op straffe van hoofdelijke verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 2.500,00 voor iedere gehele of gedeeltelijke overtreding van dit gebod, dan wel voor iedere dag dat de overtreding voort duurt;
- 2.
[eisers in conventie] hoofdelijk te veroordelen om binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor het verzenden van een door ieder van hen afzonderlijk ondertekende verklaring aan de administrateur van het IHW ([betrokkene 6] B.V., [...]) en het bankfiliaal waar het IHW haar bankrekeningen heeft (Rabobank DE Stellingwerven, Postbus 1, 8430 AA Oosterwolde), aldus luidende:
"Wij, [ ] [eiser sub 1], [ ] [eiser sub 2] en [ ][betrokkene 3] verklaren niet het bestuur van de vereniging International Horse Breeders Association Heavy Warmblood (IHW) te vertegewoordigen, noch deel uit te maken van dit bestuur. Voorts verklaren wij, [ ] [eiser sub 1], [ ] [eiser sub 2] en [ ][betrokkene 3], dat de heer [ ] [gedaagde sub 2], de heer [ ] [gedaagde sub 3], mevrouw [gedaagde sub 4] en de heer [gedaagde sub 4] het rechtsgeldige bestuur van de vereniging International Horse Breeders Association Heavy Warmblood (IHW) vertegenwoordigen en dat de heer [ ] [gedaagde sub 2], de heer [ ] [gedaagde sub 3], mevrouw [gedaagde sub 4] en de heer [gedaagde sub 4] uitsluitend bevoegd zijn rechtshandelingen namens het IHW te verrichten";
op straffe van hoofdelijke verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van
€ 500,00 voor iedere gehele of gedeeltelijke overtreding van dit gebod, dan wel voor iedere dag dat de overtreding voort duurt;
3.
[eisers in conventie] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagden in conventie]
4.2.
[gedaagden in conventie] stellen dat zij het rechtmatige bestuur van het IHW vormen en dat [eisers in conventie] onrechtmatig jegens hen en het IHW handelen nu zij zich zonder recht of titel uitgeveven voor het bestuur van het IHW, waardoor het IHW schade lijdt omdat zij haar haar administratie en stamboeken niet kan bijwerken.
4.3.
[eisers in conventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1.
Niet is betwist dat [eisers in conventie] een spoedeisend belang hebben, omdat het op dit moment door de voortdurende bestuurlijke onrust binnen het IHW niet mogelijk is om het IHW op een juiste wijze te besturen, hetgeen tot schade kan lijden voor het IHW en al haar leden.
5.2.
Het geschil betreft de vraag wie van de partijen thans het rechtmatige bestuur van het IHW vormt. Beide partijen claimen met uitsluiting van de ander dat zij het rechtmatige bestuur zijn.
5.3.
Voorop gesteld moet worden dat op 2 maart 2009 conform artikel 12 lid 2 van de statuten 19 leden van het IHW een verzoek aan het bestuur hebben gedaan om een buitengewone algemene ledenvergadering bijeen te roepen, waaraan door [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3] namens het bestuur op 3 maart 2009 gehoor is gegeven door voor
- 11.
maart 2009 een buitengewone algemene ledenvergadering uit te schrijven.
5.4.
Erkend wordt dat artikel 12 lid 2 van de statuten de mogelijkheid biedt dat een algemene vergadering wordt gehouden op schriftelijk verzoek van een aantal leden van tenminste 1/10 deel van het totaal aantal leden. Niet is weersproken dat het IHW 126 leden telt, zodat het aantal van 19 leden voldoet aan het vereiste van tenminste 1/10 deel van het totale ledenaantal. [gedaagden in conventie] hebben betwist dat 19 leden conform artikel 12 lid 2 van de statuten het bestuur daadwerkelijk hebben aangeschreven met het verzoek een ledenvergadering te beleggen en stellen dat een dergelijk verzoek nimmer bij het bestuur is binnengekomen. Voorts hebben zij gesteld dat niet alle personen op de overgelegde lijst ook lid zijn van het IHW. Nu [gedaagden in conventie] hun betwisting niet, althans onvoldoende hebben gemotiveerd is de voorzieningen¬rechter van oordeel dat op grond van de overgelegde lijst met namen en handtekeningen van 19 leden voldoende blijkt dat op 2 maart 2009 een dergelijk verzoek aan het bestuur is gedaan, zodat het bestuur ingevolge artikel 12 lid 3 van de statuten daaraan wel gehoor moest geven door het uitschrijven van een algemene ledenvergadering.
5.5.
Vervolgens is er op 11 maart 2009 een algemene ledenvergadering gehouden waarop besloten is tot ontslag van alle toenmalige bestuursleden, waaronder [gedaagden in conventie] en nadien tot benoeming van [eisers in conventie] als nieuwe bestuursleden.
5.6.
[gedaagden in conventie] hebben het standpunt ingenomen dat aan de besluiten genomen op de vergadering van 11 maart 2009 geen rechtskracht toekomt, omdat die vergadering niet rechtsgeldig is bijeengeroepen. Tussen partijen is niet in geschil dat aan de op die vergadering genomen besluiten rechtskracht toekomt indien de vergadering wel rechtsgeldig bij elkaar is gekomen. De vraag is derhalve of die vergadering rechtsgeldig bij elkaar is gekomen.
5.7.
[gedaagden in conventie] hebben gesteld dat [betrokkene 1] ten tijde van het uitschrijven van de vergadering op 3 maart 2009 geen deel meer uitmaakte van het bestuur van het IHW, omdat hij op de algemene ledenvergadering van 31 januari 2009 reeds was ontzet als verenigingslid en ontslagen als bestuurslid, en om die reden dus niet bevoegd was een algemene ledenvergadering uit te schrijven. Daartoe hebben zij verwezen naar de aangepaste notulen van de vergadering van 31 januari 2009, waarin staat vermeld dat de algemene ledenvergadering met algemene stemmen het besluit heeft aangenomen om [betrokkene 1] uit zijn lidmaatschap te ontzetten en uit zijn bestuurslidmaatschap te ontslaan.
Daartegenover hebben [eisers in conventie] gesteld dat op de vergadering van 31 januari 2009 niet is gestemd over het ontzetten van [betrokkene 1] uit zijn lidmaatschap, maar dat er enkel is gestemd over een motie van wantrouwen tegen hem en dat over de gevolgen van de motie van wantrouwen op de jaarlijkse algemene ledenvergadering van 21 februari 2009 nader zou worden gestemd, hetgeen overigens niet is geschied. Zij hebben betwist dat de aangepaste notulen van de vergadering van 31 januari 2009 een correcte weergave geven van de gang van zaken op die vergadering. [eisers in conventie] hebben ter onderbouwing daarvan verwezen naar de oorspronkelijk notulen van de vergadering van 31 januari 2009 aan de hand van Van [betrokkene 4]. Daaruit blijkt dat er enkel een motie van wantrouwen tegen [betrokkene 1] is aangenomen en dat er niet is gestemd over het ontzetten van [betrokkene 1] uit zijn lidmaatschap dan wel zijn ontslag als bestuurder. Voorts hebben [eisers in conventie] ter onderbouwing van hun stelling een verklaring van 6 april 2009 van [betrokkene 2], [betrokkene 3] en Van [betrokkene 4], die alle drie aanwezig waren op de vergadering van 31 januari 2009, overgelegd, waarin zij bevestigen dat op de vergadering alleen een motie van wantrouwen tegen de Lange is aangenomen en dat niet is gestemd over de ontzetting van [betrokkene 1] uit zijn lidmaatschap. Voorts is in dit verband van belang dat de ambtelijk secretaris van het IHW bij e-mail van
- 9.
februari 2009 heeft erkend de notulen van de vergadering van 31 januari 2009 te hebben gewijzigd en aangepast en dat [gedaagden in conventie] erkennen dat de notulen van Van [betrokkene 4] zijn aangepast.
5.8.
Alles in onderling verband en samenhang beschouwd is voorshands onvoldoende aannemelijk geworden dat [betrokkene 1] op de algemene vergadering van 31 januari 2009 is ontzet als lid en ontslagen als bestuurder (voorzitter) van het IHW. Daaraan doet niet af dat wel blijkt dat er een motie van wantrouwen tegen hem is geweest, die op de volgende vergadering van 21 februari 2009 verder zou worden besproken, en dat hij heeft laten weten op de vergadering van 21 februari 2009 af te zullen treden en zich niet meer verkiesbaar te stellen. Derhalve is aannemelijk dat [betrokkene 1] op de algemene vergadering van 31 maart 2009 nog voorzitter was van het IHW. Volgens artikel 10 lid 1 van de statuten komt de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het IHW naast het bestuur mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden en aan de voorzitter. Dat betekent dat [betrokkene 1] als voorzitter niet alleen verplicht maar ook bevoegd was de vergadering van 11 maart 2009 uit te schrijven. Hij had daarvoor geen medewerking nodig van de andere bestuursleden.
5.9.
Het voorgaande betekent dat op 2 maart 2009 de vergadering van 11 maart 2009 rechtsgeldig is bijeengeroepen en dat aan de op die vergadering genomen besluiten rechtskracht toekomt. Het ontslag van het oude bestuur, waaronder [gedaagden in conventie], en de benoeming van [eisers in conventie] als het nieuwe bestuur, zijn dan ook rechtsgeldig geschied, zodat [eisers in conventie] aangemerkt kunnen worden als het rechtmatige bestuur van het IHW sinds 11 maart 2009. Dit betekent dat de vorderingen in conventie voor toewijzing in aanmerking komen. De afgifte van de opgesomde bescheiden en zaken van het IHW, die zich onder [gedaagden in conventie] bevinden, is door [gedaagden in conventie] niet als zodanig betwist, zodat die vordering dienovereenkomstig zal worden toegewezen. Voorts heeft het IHW er belang bij dat onbevoegden zich niet voordoen als bestuurders, zodat [gedaagden in conventie] zullen worden verboden zich als bestuurders van het IHW te gedragen of uit te laten.
De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt als volgt.
5.10.
[gedaagden in conventie] zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers in conventie] worden begroot op:
- -
dagvaarding € 72,25
- -
vast recht € 262,00
- -
salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.150,25
6. De beoordeling in reconventie
6.1.
Uit hetgeen in conventie is overwogen volgt dat de vorderingen in reconventie moeten worden afgewezen. Immers, in conventie is overwogen dat aannemelijk is dat niet [gedaagden in conventie], maar [eisers in conventie] het rechtmatige bestuur van het IHW vormen.
Hierdoor ontberen de vorderingen van [gedaagden in conventie] in reconventie, die gebaseerd zijn op de stelling dat [eisers in conventie] onrechtmatig handelen omdat zij zich ten onrechte uitgeveven voor het bestuur van het IHW, een deugdelijke grondslag.
6.2.
[gedaagden in conventie] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers in conventie] worden begroot op:
- -
salaris advocaat € 408,00 (factor 0,5 × tarief € 816,00)
Totaal € 408,00
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
veroordeelt [gedaagden in conventie], hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één nakomt ook de anderen zullen zijn bevrijd, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot afgifte aan [eisers in conventie] van de navolgende bescheiden en zaken:
- -
de stamboekregistratie van de uitgegeven transponders en nog de resterende nog niet uitgegeven transponders vanaf 1 januari 2008 tot heden; alsmede mutaties, registratie en DNA-onderzoek;
- -
de financiële administratie vanaf 20 december 2008 tot heden; zoals verstuurde en binnengekomen facturen, BTW-aangifte;
- -
de ledenadministratie vanaf 20 december 2008 tot heden;
- -
het kasgeld dat ontvangen is met de bijbehorende administratie vanaf 20 december 2008 tot heden; o.a. op de hengstenkeuring van 14 februari 2009 en de contante betaling van [ ] [betrokkene 6] á € 500,00;
- -
de registratie van transponders, besteld op naam van het IHW tussen 1999 tot heden die nog niet vermeld zijn in de database van het IHW en het PVE en de afgifte van de nog niet uitgegeven transponders. Afdracht van het registratiegeld, per registratie € 15,00 excl. BTW voor administratiekosten en registratiekaart aanmaken (zie productie 9a en 9b dagvaarding).
Met betrekking tot productie 9a dienen van de transpondernummers voorzien van een liggend streepje of de volledige registratie, of de transponder zelf te worden afgeven; met betrekking tot productie 9b dienen van de transpondernummers voorzien van de tekst "nog niet verantwoord" of de volledige registratie, of de transponder zelf te worden afgegeven;
- -
papieren voor het vervaardigen van 100 paspoorten en/of de registratie van al uitgegeven paspoorten, besteld door [ ] [gedaagde sub 2] op 23-01-2009 bij [betrokkene 7], zie rekening (productie 10 dagvaarding);
- -
de reader voor het aflezen van de transponders;
- -
het brandmerk;
- -
de domeinnaam van de website van het IHW, toegangscode en inloggegevens;
- -
3 boeken die geschonken zijn aan de vereniging, boeken over oude paardenrassen;
- -
de sjablonen van het logo van de vereniging;
- -
alle spullen die horen bij het uitgeven van het verenigingsblad 't Peerd, zoals sjabloon van de voorkant.
7.2.
bepaalt dat ieder van [gedaagden in conventie] afzonderlijk voor iedere dag dat hij of zij in strijd handelt met het onder 7.1 bepaalde aan [eisers in conventie] een dwangsom verbeurt van
€ 500,00, tot een maximum van € 20.000,00 per persoon,
7.3.
verbiedt ieder van [gedaagden in conventie] om zich binnen drie dagen na betekening van dit vonnis als bestuur of bestuurder van de vereniging IHW te gedragen of uit te laten,
7.4.
bepaalt dat ieder van [gedaagden in conventie] afzonderlijk voor iedere dag dat hij of zij in strijd handelt met het onder 7.3 bepaalde aan [eisers in conventie] een dwangsom verbeurt van
€ 500,00, tot een maximum van € 20.000,00 per persoon,
7.5.
veroordeelt [gedaagden in conventie], hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie] tot op heden begroot op € 1.150,25,
7.6.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.8.
wijst de vorderingen af,
7.9.
veroordeelt [gedaagden in conventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie] tot op heden begroot op € 408,00,
7.10.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Siragedik op 19 juni 2009.