AB 2005, 126
Een uitspraak van het Hof van Beroep te Brussel kan in het kader van art. 4:6 lid 1 Awb een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid opleveren.
Rb. Rotterdam 03-01-2005, ECLI:NL:RBROT:2005:AR8709, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
3 januari 2005
- Magistraten
Mrs. Kruisdijk, Havik, De Graaff
- Zaaknummer
04/268BC
- Noot
R. Ortlep
- LJN
AR8709
- JCDI
JCDI:ADS866065:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2005:AR8709, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 03‑01‑2005
- Wetingang
Awb art. 4:6 lid 1; Awb art. 4:6 lid 2; Awb art. 6:7; Awb art. 4:5; Wet inzake de wisselkantoren art. 3 lid 2; Wet inzake de geldtransactiekantoren art. 1, 2 lid 1, 18; EVRM art. 6 lid 2
Essentie
Een uitspraak van het Hof van Beroep te Brussel kan in het kader van art. 4:6 lid 1 Awb een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid opleveren.
Samenvatting
Hoewel in zijn algemeenheid niet gezegd kan worden dat, indien na een eerdere afgewezen aanvraag, een nieuwe aanvraag is gedaan die aan de hand van gewijzigde wet- of regelgeving moet worden beoordeeld, deze nieuwe aanvraag als een dergelijke herhaalde aanvraag moet worden gekwalificeerd, is de rechtbank van oordeel dat een redelijke toepassing van art. 4:6 lid 1 Awb met zich brengt dat daarvan wel sprake is indien thans de wet- ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.