JAR 1997, 99
Rb. Rotterdam, 13-03-1997, nr. 96-630HAZA53279
Rb. Rotterdam 13-03-1997, ECLI:NL:RBROT:1997:AG1403
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
13 maart 1997
- Magistraten
Mrs Van den Ende, Dekkers, Leinarts
- Zaaknummer
96-630HAZA53279
- LJN
AG1403
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:1997:AG1403, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 13‑03‑1997
- Wetingang
BW art. 7:681
Samenvatting
Een werkgever ontslaat met toestemming van de RDA een buitenlandse werknemer, ruim vier jaar in dienst, salaris ƒ 2.205,‒ bruto per vier weken, omdat de werknemer illegaal in Nederland verblijft. De werknemer acht het ontslag kennelijk onredelijk, doch de Kantonrechter wijst zijn vordering af. De Rechtbank overweegt dat, indien de werkgever wist of behoorde te weten bij indiensttreding, dat de werknemer geen verblijfsvergunning had, het ontslag kennelijk onredelijk is, wanneer rekening houdend met de voorzieningen en het vooruitzicht op passend werk, de gevolgen voor de werknemer te ernstig zijn. Daaraan doet niet af of de werkgever een einde diende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.