NJ 1990, 345
Rb. Rotterdam, 13-09-1989
Rb. Rotterdam 13-09-1989, ECLI:NL:RBROT:1989:AC3191
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
13 september 1989
- Magistraten
Palstra-Tinbergen
- Zaaknummer
[1989-09-13/NJ_64641]
- LJN
AC3191
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:1989:AC3191, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 13‑09‑1989
- Wetingang
Rv (oud) art. 214
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor na bindend advies.
Samenvatting
Een procedure tussen partijen, waarbij een oordeel wordt gevraagd over de wijze van tenuitvoerlegging van het bindend advies, is niet bij voorbaat uitgesloten; voldoende belang van verzoekster bij inwilliging van haar verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor, terwijl verzoek op de wet is gegrond.
Uitspraak
Verzoekschrift van V BV, te Gouda, verzoekster, proc. Mr. G.J. Remmelink, adv. Mr. A.B. Schaberg, strekkende tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor met benoeming van een rechter-commissaris in een aanhangig te maken procedure tegen B BV, te Rotterdam, gerekwestreerde, proc. Mr. W.H.A.M. van den ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.