NJ 1988, 14
Rb. Rotterdam, 06-12-1985
Rb. Rotterdam 06-12-1985, ECLI:NL:RBROT:1985:AB9607, m.nt. C.J.H. Brunner
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
6 december 1985
- Magistraten
Van Der Grinten, Van Der Ende-Wiefkers, Van Schendel
- Zaaknummer
[1985-12-06/NJ_62973]
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
AB9607
- JCDI
JCDI:ADS64110:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:1985:AB9607, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 06‑12‑1985
- Wetingang
BW art. 668; BW art. 1638x
Essentie
Cessie van aanspraak van gefailleerde werkgever jegens diens WA-assuradeur aan gelaedeerde werknemer.
Samenvatting
Feiten: De vordering van de gelaedeerde werknemer wegens letselschade op diens werkgever is ten gevolge van het faillissement van deze laatste illusoir geworden.
Rechtbank: zelfs al zou de aansprakelijkheid van de werkgever zijn erkend, dan nog dient de omvang van de schade in rechte te worden vastgesteld tussen de werknemer en de werkgever als procespartijen. Alsdan zou de kantonrechter bevoegd zijn. De WA-assuradeur van de werkgever is daarbij geen partij in het geschil. De werknemer, aan wie de aanspraak van de werkgever jegens diens WA-assuradeur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.