Einde inhoudsopgave
Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Artikel 60
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 335 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32017)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De benoeming van degene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze rijkswet president van het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba is, wordt van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot president van het Hof voor de periode van vijf jaar.
2.
De benoeming van degene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze rijkswet griffier is bij het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba, wordt van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot directeur bedrijfsvoering van het Hof voor de periode van vijf jaar.
3.
In afwijking van artikel 40, vijfde lid, juncto artikel 23, tweede lid, zendt de president de aanbeveling voor de eerste benoeming van vice-presidenten van het Hof aan Onze Ministers.
4.
De benoeming van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze rijkswet lid of plaatsvervangend lid zijn van het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba, wordt van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot lid respectievelijk plaatsvervangend lid van het Hof. Zij worden als zodanig niet beëdigd en geïnstalleerd.
5.
Indien een plaatsvervangend lid van het Hof voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze rijkswet voor bepaalde tijd is benoemd, dan eindigt zijn benoeming op de dag dat zijn benoeming als plaatsvervangend lid van het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba zou eindigen.
6.
De benoeming van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze rijkswet rechters-plaatsvervanger in eerste aanleg zijn, wordt van rechtswege omgezet in een benoeming tot rechter-plaatsvervanger in eerste aanleg. De tweede volzin van het vierde lid en het vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.