Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 8.5.1.4
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
De minister kan ontheffing verlenen van bepalingen van deze afdeling, indien in een effectieve en duurzame methode van buiten gebruik stellen wordt voorzien in het geval:
- a.
van een gedeeltelijke buitengebruikstelling;
- b.
van het buiten gebruik stellen van een boorgat of put die:
- –
niet is gebruikt voor de opsporing of winning van koolwaterstoffen of
- –
wordt gebruikt voor de opslag van stoffen;
- c.
dat een obstructie in het boorgat een andere wijze tot het buiten gebruik stellen van een put noodzakelijk maakt;
- d.
van het gebruik van een ander materiaal dan cement; of
- e.
de houder van de vergunning bij het buiten gebruik stellen alle maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden en na het buiten gebruik stellen een afsluiting minder effectief of minder duurzaam blijkt dan verwacht, onder het stellen van voorschriften voor het monitoren van de buiten gebruik gestelde put en het zo nodig nemen van mitigerende maatregelen.
2.
De ontheffing kan onder voorschriften of beperkingen worden verleend.