NJ 1932, p. 729
HR, 28-04-1932
HR 28-04-1932, ECLI:NL:HR:1932:355
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1932
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa, Kranenburg
- Zaaknummer
[28041932/NJ_1932,_p._729]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS103359:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:355, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1932
- Wetingang
Samenvatting
De door het Hof uitgesproken ontzegging der vordering was reeds volkomen gerechtvaardigd door de overweging, dat het door de Rechtb. geleverd geachte bewijs is ontzenuwd. Grieven gericht tegen beschouwingen, welke het Hof daarop laat volgen, kunnen dus geen doel treffen.
Het feit, dat het Hof zekere getuigeverklaringen zou hebben verwaarloosd, kan niet blijken uit het niet vermelden van die verklaringen door het Hof. De wettelijke eisch van motiveering gaat niet zoo ver, dat de, rechter van elke in het geding afgelegde getuigeverklaring den inhoud vermeldt en daarover zijn oordeel uitspreekt.
Partij(en)
H. P. van Buuren, wonende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.