Prg. 2001, 5626
Gebrekkige zaak. Rechtbank verwerpt verweer NS dat de geleidende toestand een wezenlijk kenmerk van de door haar gemonteerde doorslagveiligheid is, daar eisers erop mochten vertrouwen, dat die doorslagveiligheid bij normale omstandigheden zou isoleren.
Rb. Utrecht 24-01-2001, ECLI:NL:RBUTR:2001:ZL1113, m.nt. P. Abas
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
24 januari 2001
- Magistraten
E.A. Messer
- Zaaknummer
108207HAZA99-2105
- Noot
P. Abas
- LJN
ZL1113
- JCDI
JCDI:ADS873135:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBUTR:2001:ZL1113, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 24‑01‑2001
- Wetingang
BW art. 6:96 lid 2 onder b; BW art. 6:96 lid 2 onder c; BW art. 6:173; Rv (oud) art. 56; Rv (oud) art. 57
Essentie
Gebrekkige zaak. Rechtbank verwerpt verweer NS dat de geleidende toestand een wezenlijk kenmerk van de door haar gemonteerde doorslagveiligheid is, daar eisers erop mochten vertrouwen, dat die doorslagveiligheid bij normale omstandigheden zou isoleren.
Samenvatting
Toen de hijskabels van een heistelling in aanraking kwamen met een stalen damwand werd de heistelling door vonkoverslag onder elektrische stroom gezet en beschadigd. Daar de hoge heistelling — in gebruik voor aanleg van twee viaducten, die een spoorweg ‘kruisen’ — bij eventueel omvallen de bovenleiding had kunnen treffen, diende de heistelling met de spoorwegrails via een elektriciteitskabel te zijn verbonden, waarbij een door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.