Rb. Utrecht, 10-04-1996, nr. 50169/HARK951312

Een werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor zover deze niet reeds zou zijn beëindigd primair op grond van dringende reden en subsidiair op grond van gewijzigde omstandigheden. De Kantonrechter wijst het verzoek toe met een vergoeding van ƒ 21.241,‒ bruto. De werkgever gaat in hoger beroep wegens het door de Kantonrechter schenden van een fundamenteel rechtsbeginsel door de kort voor de mondelinge behandeling aangeboden producties niet meer in behandeling te nemen en het ter zitting onvoldoende gelegenheid bieden tot een mondelinge toelichting. Volgens de werkgever heeft hij de producties niet eerder in het geding kunnen brengen wegens het twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?