NJ 2016/419
Tezamen en in vereniging met anderen plegen poging afpersing. Toereikend bewijs medeplegen.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1322, m.nt. N. Rozemond onder 2016/420
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/00283
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
N. Rozemond onder NJ 2016/420
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110815:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1322, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:234, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2015
- Wetingang
Art. 47 Sr
Essentie
Toereikend bewijs tezamen en in vereniging met anderen plegen van poging tot afpersing. Het hof heeft geoordeeld dat verdachte een bijdrage aan de bewezenverklaarde poging tot afpersing heeft geleverd doordat hij met zijn aanwezigheid op drie opeenvolgende dagen bij de woning van X. de bedreigende situatie en de bedreigende uitlatingen van zijn mededader kracht heeft bijgezet, en dat deze bijdrage van voldoende gewicht is voor de kwalificatie ‘medeplegen’. In aanmerking genomen hetgeen het hof voorts heeft vastgesteld en mede gelet op de bedreigende aard van het bewezenverklaarde feit, is dit oordeel toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
In zijn arresten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.