NJB 2021/502

De verzekeringnemer/verzekerde van een levensverzekering raakt vermist. Zijn praktijkvennootschap gaat failliet. De verzekeraar geeft kennis aan de curator dat de verzekeringnemer/ verzekerde niet aan zijn mededelingsplicht heeft voldaan. Daarna blijkt de verzekeringnemer/verzekerde te zijn overleden. Hoge Raad: 1. Kennisgevingsplicht van de verzekeraar. Adres. De verzekeraar kan de kennisgeving dat niet is voldaan aan de mededelingsplicht, slechts doen aan de verzekeringnemer zelf, dan wel diens rechtsopvolger(s). De verzekeraar kan zich daarbij houden aan het laatste hem bekende adres van de verzekeringnemer dan wel diens rechtsopvolger(s). Indien de verzekeraar niet tijdig heeft voldaan aan de kennisgevingsplicht, kan hij zich niet meer op zijn rechten ter zake van de niet-nakoming van de mededelingsplicht beroepen, ongeacht of de verzekeringnemer daadwerkelijk nadeel ondervindt van het niet tijdig voldoen aan de kennisgevingsplicht. Ook in geval van overlijden van de verzekeringnemer die tevens verzekerde is onder een levensverzekering, kan de verzekeraar ter voldoening aan de kennisgevingsplicht niet volstaan met een kennisgeving aan de eerst begunstigde of een andere derde. 2. Bewijslastverdeling. De stelplicht en de bewijslast ter zake van de vraag of de verzekeraar aan de kennisgevingsplicht heeft voldaan, rusten op de verzekeraar