Inhoudsopgave
TPWS 2019/91:Ondervragingsrecht getuige, art. 6.3 d EVRM. Aangeefster is voorafgaand aan verhoor door Rh-C overleden, terwijl het Hof haar bij politie afgelegde verklaring tot het bewijs heeft gebruikt. Vindt betrokkenheid verdachte in voldoende mate steun in andere bewijsmiddelen?
TPWS 2019/91
Ondervragingsrecht getuige, art. 6.3 d EVRM. Aangeefster is voorafgaand aan verhoor door Rh-C overleden, terwijl het Hof haar bij politie afgelegde verklaring tot het bewijs heeft gebruikt. Vindt betrokkenheid verdachte in voldoende mate steun in andere bewijsmiddelen?
Documentgegevens:
HR 11-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:908
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juni 2019
- Zaaknummer
17/04657
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:908, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:291, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2019
Uitspraak
Aantekening redactie
Het middel in deze zaak klaagde over het oordeel van het Hof dat het niet kunnen horen van aangeefster niet resulteert in een schending van het ondervragingsrecht als bedoeld in artikel 6, derde lid, onder d, EVRM en dat bovendien voldoende compensatie zou zijn geweest voor het nadeel dat de verdachte ondervindt voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.