Einde inhoudsopgave
Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
19-05-2017, Stb. 2017, 233 (uitgifte: 13-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2017, Stb. 2017, 312 (uitgifte: 19-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
1.
Bij het vervoeren van radioactieve stoffen in een luchtvaartuig en bij het voorhanden hebben van genoemde stoffen bij opslag in verband met zodanig vervoer dienen bijlage 18 (annex 18) van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen verdrag inzake de burgerlijke luchtvaart (Stb. 1947, H 165) en de daarbij behorende technische voorschriften (Technical Instructions for the safe transport of dangerous goods by air) in acht te worden genomen, met dien verstande dat:
- a.
voor de toepassing van die regels voor Nederland de Autoriteit als bevoegde autoriteit wordt aangemerkt;
- b.
voor vervoer als bedoeld in artikel 20 in een Nederlands luchtvaartuig het bepaalde met betrekking tot de goedkeuring van een zending door de voor Nederland bevoegde autoriteit niet geldt;
- c.
voor vervoer als bedoeld in artikel 20 in een niet-Nederlands luchtvaartuig het bepaalde met betrekking tot de goedkeuring van een zending of van het model van de verpakking door de voor Nederland bevoegde autoriteit niet geldt.
2.
Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde bepalingen is artikel 8, derde lid, van overeenkomstige toepassing.