Besluit opleiding en examens administratieve ambtenaren belastingdienst BES
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit opleiding en examens administratieve ambtenaren belastingdienst, zoals gewijzigd bij het Tweede Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 373). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-09-2010, Stb. 2010, 491 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het onderwijs in de hiernavolgende vakken wordt afgesloten met een tentamen:
Tweede leerjaar: invordering
staatsrecht
comptabiliteit
kennis wettelijke regelen belastingwetten
kennis administratieve regelen belastingwetten boekhouden
Derde leerjaar: Burgerlijkrecht
Invordering
kennis administratieve regelen belastingwetten
kennis wettelijke regelen belastingwetten boekhouden
Vierde leerjaar: ambtenarenrecht en Administratiefrecht
Successierecht en Burgerlijk Wetboek Kantoororganisatie en statistiek
2.
De tentamens worden afgenomen nadat de stof in de desbetreffende vakken overeenkomstig het leerplan is behandeld.
3.
De omvang van de kennis die bij een tentamen wordt gevorderd is aangegeven in het leerplan dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
4.
Het tentamen wordt schriftelijk of mondeling afgenomen door de desbetreffende leraar. De tijdsduur bedraagt voor een schriftelijk tentamen 60–90 minuten en voor een mondeling tentamen 20–30 minuten.
5.
Bij afwijzing kan binnen twee maanden na datum een hertentamen worden afgelegd.
6.
In het tweede leerjaar kan een kandidaat ten hoogste twee hertentamens afleggen.
7.
De aflegging van een tentamen in een bepaald vak, zoals in het eerste lid bedoeld, wordt niet vereist indien de kandidaat ten genoegen van een bij ministeriële regeling aangewezen functionaris aantoont, dat hij de vereiste kennis van de desbetreffende leerstof reeds op andere wijze heeft verworven.