HR, 11-10-2011, nr. 10/00431
ECLI:NL:HR:2011:BQ4651
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11-10-2011
- Zaaknummer
10/00431
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BQ4651
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BQ4651, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BQ4651
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BQ4651
- Vindplaatsen
Uitspraak 11‑10‑2011
Inhoudsindicatie
Ongegronde bewijsklacht medeplegen diefstal. Het Hof heeft niet vastgesteld wie van de inzittenden van de Fiat daadwerkelijk de inbraak in de Volvo hebben gepleegd. Het Hof heeft kennelijk geoordeeld dat, ook al zou moeten worden aangenomen dat de verdachte tijdens de inbraak in de Fiat is achtergebleven ten aanzien van hem sprake is geweest van bewuste en nauwe samenwerking. Dat oordeel is gelet op de door het Hof vastgestelde toedracht niet onbegrijpelijk. Conclusie AG: anders.
11 oktober 2011
Strafkamer
nr. 10/00431
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 januari 2010, nummer 23/006278-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel bevat de klacht dat het bewezenverklaarde feit, in het bijzonder het "medeplegen", niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
2.2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij:
"op 16 september 2008 te Bussum tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto, merk Volvo V40, heeft weggenomen een rugzak en een laptop, merk Acer, en een beamer, merk Acer, en een mobiele telefoon, merk Nokia, en boeken en een rijbewijs en een kentekenbewijs en een portefeuille en een adapter, merk Apple, geheel toebehorende aan [betrokkene 1], waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak."
2.2.1. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel een van hen:
"Op dinsdag 16 september 2008, omstreeks 15.35 uur, kregen wij, verbalisanten, de opdracht uit te kijken naar een groene Fiat Punto voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Er was bij de regionale meldkamer van de politie een melding binnen gekomen dat er 2 jongens op de parkeerplaats van 't Spant te Bussum vermoedelijk hadden ingebroken en vermoedelijk in een Fiat Punto waren gestapt, voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Van de regionale meldkamer vernamen wij dat de auto op naam stond van [verdachte], [a-straat 1] te [plaats]. Ons verbalisanten was ambtshalve bekend dat deze auto veelvuldig gebruikt wordt door [verdachte]. Van hem is bekend dat hij zich bezig houdt met inbraken samen met anderen.
Omstreeks 15.40 uur zag een collega motorrijder de genoemde auto rijden over de Crailoseweg, komende uit de richting van Bussum en rijdende in de richting van Huizen. Hij gaf aan dat hij minimaal 3 personen in de auto zag zitten.
Omstreeks 15.50 uur zagen wij, verbalisanten, de genoemde auto rijden over de Randweg-Midden te Blaricum. Wij hebben het voertuig staande gehouden.
Posities verdachten:
- [verdachte] was de bestuurder
- [medeverdachte] was de bijrijder
- [betrokkene 2] zat achter de bestuurder
- [betrokkene 3] zat achter de bijrijder.
Nadere informatie melder:
Ik, eerste verbalisant, heb contact opgenomen met de regionale meldkamer om de melding terug te luisteren. Wat ik hoorde was, kort samengevat:
- de melder zegt dat hij een groene Punto, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] ziet staan met 1 persoon erin en lichten aan met draaiende motor
- hij zag dat er 2 jongens van Marokkaanse afkomst vanaf het parkeerterrein af kwamen rennen
- hij zag dat de ruit van een auto was ingeslagen
- hij zag de jongens niet meer en de Punto zag hij wegrijden."
b. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Ik, verbalisant, heb op dinsdag 16 september 2008 omstreeks 17.00 uur aan het politiebureau te Huizen de personenauto van het merk Fiat, type Punto, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] doorzocht.
Ik, verbalisant, zag dat tussen de bekleding van de achterbank twee metalen kraspennen en een klein zilveren LED zaklampje waren weggestopt. Ik zag dat er onder de bijrijderstoel voorin twee donkere lederen handschoenen lagen. Ik zag dat er minuscule glasschilfers op de handschoenen zaten. Ik zag dat er op de bekleding aan de rechterzijde van de auto stukjes glas lagen, aan de kleur en afmetingen te zien betreft het stukjes glas afkomstig van een stukgeslagen autoruit."
c. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten:
"Op woensdag 17 september 2008, omstreeks 09.15 uur, heb ik, eerste verbalisant, een onderzoek ingesteld in een personenauto van het merk Fiat, type Punto, kleur groen en voorzien van het kenteken [AA-00-BB].
Deze personenauto was inbeslaggenomen op dinsdag 16 september 2008 omdat deze personenauto vermoedelijk gebruikt was bij een auto-inbraak te Bussum. Ik, eerste verbalisant, zag dat op de rechter voorstoel van deze auto een zilver/zwarte mobiele telefoon lag van het merk Nokia type 6021. Ik heb middels het intoetsen van de daarvoor bestemde code het imei-nummer van dit toestel achterhaald. Dit imei-nummer bleek op het display van deze mobiele telefoon te zijn: [001]. Ik, tweede verbalisant, heb hierop telefonisch contact gezocht met [betrokkene 1], geboren [geboortedatum]-1967 te [geboorteplaats]. [Betrokkene 1] verklaarde dat op dinsdag 16 september 2008, tussen 09.00 uur en 17.00 uur zijn mobiele telefoon van het merk Nokia, zilver/zwart van kleur, type 6021 en voorzien van het imei-nummer [001] uit zijn personenauto gestolen was welke stond geparkeerd aan de Dr. A. Kuyperlaan te Bussum. Van dit feit had [betrokkene 1] op 16 september 2008 aangifte gedaan bij de politie Gooi en Vechtstreek."
d. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 4]:
"Vandaag omstreeks 15.15 uur zat ik als passagier achterin bij collega's. Wij wilden bij 't Spant parkeren en reden naar de achterzijde. Daar zag ik een groene Fiat Punto staan en zag daar 2 Marokkanen in zitten. We keken naar rechts en ik zag een Peugeot grijs waarvan de achterbak half open stond. Ik zag daar 2 andere Marokkanen bij die met hun handen in de kofferbak zaten. Zij kregen ons in de gaten en ik zag dat ze van ons schrokken. Vervolgens liepen deze twee richting de Fiat. Wij reden achteruit en wilden eerst die Punto blokkeren, maar voor onze veiligheid hebben we dit niet gedaan. Hierop reden wij langs de Punto. Deze reed rustig weg en we hebben het kenteken genoteerd en direct doorgegeven aan de politie. De twee andere auto inbrekers heb ik niet meer gezien."
e. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
"Ik ben in het bezit van een rode Volvo V40. Ik parkeerde de auto vanmorgen omstreeks 09.00 uur op het parkeerterrein van het Spant, te Bussum. Omstreeks 17.00 uur kwam ik weer bij de auto. Ik zag toen dat men de ruit van de kofferbak heeft ingeslagen. Ik zag dat er een groot gat was ontstaan van circa 3/4 van het raam. Het afdekscherm van de kofferbak is ook beschadigd tengevolge van de inbraak. Ik zag dat men vanuit de kofferbak in ieder geval heeft weggenomen drie boeken, een rijbewijs, een kentekenbewijs, een mobiele telefoon merk Nokia, een laptop merk Acer, een beamer merk Acer, een rugzak, een portefeuille en een adapter merk Apple.
Ik gaf aan niemand het recht of toestemming tot het plegen van dit feit."
f. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 5], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als woordelijke uitwerking door verbalisant van de melding betreffende diefstal uit een auto d.d. 16 september 2008 te 15.28 uur:
M = meldkamer
G = getuige
M. Meldkamer politie
G. Goede dag met [betrokkene 5], ik sta op de parkeerplaats bij 't Spant en daar houden zich een paar jongetjes heel erg verdacht op. Ze kwamen met z'n tweeën toen ze ons zagen, ze stonden op een heel stuk stukje van de parkeerplaats langs de auto's en toen ze ons zagen liepen ze heel hard weg. Het was heel vreemd gedrag en ze hebben de ruit nog ingeslagen.
M. En de jongens waar zijn die?
G. De jongens zijn pleite. Maar we zagen een auto staan achter, die stond klaar met de lampen aan. We zagen twee personen erin zitten en de jongetjes waren weg dus we denken zelf dat dat de auto is waar de jongetjes in zitten.
M. Oke, en wat voor auto was dat?
G. We hebben wel het kenteken bij de hand. [AA-00-BB]
M. En dat moet wat voor kleur auto zijn?
G. Dat was een groene auto.
M. En die twee jongens, hoe zagen die eruit?
G. Een beetje Marokkaans, een jaar of 20, nog niet eens, 17, 18 ergens in die buurt."
g. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
"Vandaag na school ben ik met [medeverdachte] in de Fiat Punto van mijn vader gegaan. Mohamed Ouali stapte bij ons in. Hierop hebben wij [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) opgehaald. Hij stapte ook bij ons in. We werden aangehouden."
h. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg, voor zover inhoudende:
"Op 16 september 2008 had ik de auto van mijn vader, een Fiat, bij me. Ik ben met [medeverdachte] naar Huizen gereden."
2.2.2. Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts nog het volgende overwogen:
"Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte als bestuurder samen met de verdachte [medeverdachte] als bijrijder en met [betrokkene 2 en 3] in een Fiat Punto met kenteken [AA-00-BB] naar de plaats van het misdrijf bij het Spant in Bussum is gereden, alwaar de inbraak in de Volvo heeft plaatsgevonden, op de wijze zoals uit de bewijsmiddelen volgt. Korte tijd later worden de verdachte en de andere drie personen in die auto aangetroffen in Blaricum, en komend uit de richting Bussum. In de auto wordt een deel van de buit aangetroffen.
De verdachte ontkent dat hij in Bussum bij het Spant is geweest. Die verklaring is gezien de inhoud van de bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
Uit het voorgaande en de inhoud van de bewijsmiddelen leidt het hof af dat de verdachte samen met anderen als medepleger betrokken is geweest bij de bedoelde auto-inbraak."
2.3. Het Hof heeft vastgesteld:
- dat door twee personen op 16 september 2008 omstreeks 15.15 uur op de parkeerplaats van 't Spant te Bussum een inbraak in een Volvo terwijl twee andere personen in een groene Fiat Punto met draaiende motor en lichten aan stonden te wachten;
- dat de Fiat ongeveer 15 minuten na de melding van de inbraak is staande gehouden met daarin de verdachte als chauffeur en de drie anderen;
- dat bij onderzoek in de Fiat is geconstateerd dat onder de stoel van de bijrijder twee donkere lederen handschoenen lagen met daarop minuscule glasschilfers, dat ook de stukjes glas zijn aangestroffen op die stoel alsmede een mobiele telefoon;
- dat die telefoon bleek toe te behoren aan de aangever van de inbraak.
Het Hof heeft niet vastgesteld wie van de inzittenden van de Fiat daadwerkelijk de inbraak in de Volvo hebben gepleegd. Het Hof heeft kennelijk geoordeeld dat, ook al moeten worden aangenomen dat de verdachte tijdens de inbraak in de Fiat is achtergebleven, uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat ten aanzien van hem sprake is geweest van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met degenen die de inbraak daadwerkelijk hebben gepleegd. Dat oordeel is gelet op het door het Hof vastgestelde toedracht niet onbegrijpelijk.
2.4. Het middel is tevergeefs voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 11 oktober 2011.
Conclusie 26‑04‑2011
Mr. Vellinga
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Verdachte is door de enkelvoudige kamer van het Gerechtshof te Amsterdam wegens ‘diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’ veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. Voorts heeft het Hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 2.765,21. Voor dat bedrag is tevens een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Ook bevat het arrest enige andere bijkomende beslissingen, een en ander als in het arrest vermeld.
2.
Namens verdachte heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring voor wat betreft het medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
4.
Het Hof heeft ten laste van verdachte bewezenverklaard dat hij:
‘op 16 september 2008 te Bussum tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto, merk Volvo V40, heeft weggenomen een rugzak en een laptop, merk Acer, en een beamer, merk Acer, en een mobiele telefoon, merk Nokia, en boeken en een rijbewijs en een kentekenbewijs en een portefeuille en een adapter, merk Apple, geheel toebehorende aan [betrokkene 1], waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.’
5.
Deze bewezenverklaring berust op de volgende bewijsmiddelen:
- ‘2.
Een proces-verbaal van politie, PL14ND/08-056476, doorgenummerde pagina 1001, zoals vermeld op pagina's 2 en 3 van het proces-verbaal dat één geheel uitmaakt met de aantekening van het mondelinge vonnis waarvan beroep. De in het vonnis weergegeven inhoud wordt hier overgenomen.
- 3.
Een proces-verbaal met nummer PL14ND/08-056476 van 16 september 2008, doorgenummerde pagina 1003, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
‘Ik, verbalisant, heb op dinsdag 16 september 2008 omstreeks 17.00 uur aan het politiebureau te Huizen de personenauto van het merk Fiat, type Punto, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] doorzocht.
Ik, verbalisant, zag dat tussen de bekleding van de achterbank twee metalen kraspennen en een klein zilveren LED zaklampje waren weggestopt. Ik zag dat er onder de bijrijderstoel voorin twee donkere lederen handschoenen lagen. Ik zag dat er minuscule glasschilfers op de handschoenen zaten. Ik zag dat er op de bekleding aan de rechterzijde van de auto stukjes glas lagen, aan de kleur en afmetingen te zien betreft het stukjes glas afkomstig van een stukgeslagen autoruit.’
- 4.
Een proces-verbaal van politie, PL14ND/08-056476, doorgenummerde pagina 1004, zoals vermeld op pagina 3 van het proces-verbaal dat één geheel uitmaakt met de aantekening van het mondelinge vonnis waarvan beroep. De in het vonnis weergegeven inhoud wordt hier overgenomen.
- 5.
Een proces-verbaal van politie, PL14ND/08-056476, doorgenummerde pagina 1016, zoals vermeld op pagina 3 van het proces-verbaal dat één geheel uitmaakt met de aantekening van het mondelinge vonnis waarvan beroep. De in het vonnis weergegeven inhoud wordt hier overgenomen.
- 6.
Een proces-verbaal met nummer PL14ND/08-056507 van 16 september 2008, doorgenummerde pagina 2001, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 1], afgelegd op 16 september 2008:
‘Ik ben ik het bezit van een rode Volvo V40. Ik parkeerde de auto vanmorgen omstreeks 9.00 uur op het parkeerterrein van het Spant, te Bussum. Omstreeks 17.00 uur kwam ik weer bij de auto. Ik zag toen dat men de ruit van de kofferbak heeft ingeslagen. Ik zag dat er een groot gat was ontstaan van circa 3/4 van het raam. Het afdekscherm van de kofferbak is ook beschadigd tengevolge van de inbraak. Ik zag dat men vanuit de kofferbak in ieder geval heeft weggenomen drie boeken, een rijbewijs, een kentekenbewijs, een mobiele telefoon merk Nokia, een laptop merk Acer, een beamer merk Acer, een rugzak een portefeuille en een adapter merk Apple.
Ik gaf aan niemand het recht of toestemming tot het plegen van dit feit.’
- 7.
Een proces-verbaal met nummer PL14OP/08-056476 van 20 november 2008, ongenummerde pagina's, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als woordelijke uitwerking door verbalisant van de melding betreffende diefstal uit een auto d.d. 16 september 2008 te 15.28 uur:
‘M = meldkamer
G = getuige
M. Meldkamer politie
G. Goede dag met [betrokkene 5], ik sta op de parkeerplaats bij 't Spant en daar houden zich een paar jongetjes heel erg verdacht op. Ze kwamen met zijn tweeën toen ze ons zagen, ze stonden op een heel stukje van de parkeerplaats langs de auto's en toen ze ons zagen liepen ze heel hard weg. Het was heel vreemd gedrag en ze hebben de ruit nog ingeslagen.
M. En de jongens waar zijn die?
G. De jongens zijn pleite. Maar we zagen een auto staan achter, die stond klaar met de lampen aan. We zagen twee personen erin zitten en de jongetjes waren weg dus we denken zelf dat dat de auto is waar de jongetjes in zitten.
M. Oke, en wat voor auto was dat?
G. We hebben wel het kenteken bij de hand. [AA-00-BB].
M. En dat moet wat voor kleur auto zijn?
G. Dat was een groene auto.
M. En die twee jongens, hoe zagen die eruit?
G. Een beetje Marokkaans, een jaar of 20, nog niet eens, 17, 18 ergens in die buurt.’
- 8.
Een proces-verbaal met nummer PL14ZD/08-056576 van 16 september 2008, doorgenummerde pagina's 1029 en 1030, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
‘Vandaag na school ben ik met [medeverdachte] in de Fiat Punto van mijn vader gegaan. [Betrokkene 3] stapte bij ons in. Hierop hebben wij [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) opgehaald. Hij stapte ook bij ons in. We werden aangehouden.’
- 9.
Het proces-verbaal dat één geheel uitmaakt met de aantekening van het mondelinge vonnis waarvan beroep, op pagina 4, als verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 november 2008, zakelijk weergegeven onder A):
‘Op 16 september 2008 had ik de auto van mijn vader, een Fiat, bij me. Ik ben met [medeverdachte] naar Huizen gereden.’’
6.
Het door het Hof als bewijsmiddel 2 gebezigde proces-verbaal houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel relevant, in:
‘(…)
Op dinsdag 16 september 2008, omstreeks 15.35 uur, kregen wij, verbalisanten, de opdracht uit te kijken naar een groene Fiat Punto voorzien van het kenteken [AA-00-BB].
Er was bij de regionale meldkamer van de politie een melding binnen gekomen dat er 2 jongens op de parkeerplaats van 't Spant te Bussum vermoedelijk hadden ingebroken en vermoedelijk in een Fiat Punto waren gestapt, voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Van de regionale meldkamer vernamen wij dat de auto op naam stond van [verdachte], [a-straat 1] te [plaats]. Ons verbalisanten was ambtshalve bekend dat deze auto veelvuldig gebruikt wordt door [verdachte]. Van hem is bekend dat hij zich bezig houdt met inbraken samen met anderen.
Omstreeks 15.40 uur zag een collega motorrijder de genoemde auto rijden over de Crailoseweg, komende uit de richting van Bussum en rijdende in de richting van Huizen. Hij gaf aan dat hij minimaal 3 personen in de auto zag zitten.
Omstreeks 15.50 uur zagen wij, verbalisanten, de genoemde auto rijden over de Randweg-Midden te Blaricum. Wij hebben het voertuig staande gehouden.
Posities verdachten:
- —
[verdachte] was de bestuurder
- —
[medeverdachte] was de bijrijder
- —
[betrokkene 2] zat achter de bestuurder
- —
[betrokkene 3] zat achter de bijrijder.
Nadere informatie melder:
‘Ik, eerste verbalisant, heb contact opgenomen met de regionale meldkamer om de melding terug te luisteren. Wat ik hoorde was, kort samengevat:
- —
de melder zegt dat hij een groene Punto, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] ziet staan met 1 persoon erin en lichten aan met draaiende motor
- —
hij zag dat er 2 jongens van Marokkaanse afkomst vanaf het parkeerterrein af kwamen rennen
- —
hij zag dat de ruit van een auto was ingeslagen
- —
hij zag de jongens niet meer en de Punto zag hij wegrijden.’
7.
Het door het Hof als bewijsmiddel 4 gebezigde proces-verbaal houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel relevant, in:
‘(…)
Op woensdag 17 september 2008, omstreeks 09.15 uur, heb ik, eerste verbalisant, een onderzoek ingesteld in een personenauto van het merk Fiat, type Punto, kleur groen en voorzien van het kenteken [AA-00-BB].
Deze personenauto was inbeslaggenomen op dinsdag 16 september 2008 omdat deze personenauto vermoedelijk gebruikt was bij een auto-inbraak te Bussum. Ik, eerste verbalisant, zag dat op de rechter voorstoel van deze auto een zilver/zwarte mobiele telefoon lag van het merk Nokia type 6021. Ik heb middels het intoetsen van de daarvoor bestemde code het imei-nummer van dit toestel achterhaald. Dit imei-nummer bleek op het display van deze mobiele telefoon te zijn: [001]. Ik, tweede verbalisant, heb hierop telefonisch contact gezocht met [betrokkene 1], geboren [geboortedatum]-1967 te [geboorteplaats]. [Betrokkene 1] verklaarde dat op dinsdag 16 september 2008, tussen 09.00 uur en 17.00 uur zijn mobiele telefoon van het merk Nokia, zilver/zwart van kleur, type 6021 en voorzien van het imei-nummer [001] uit zijn personenauto gestolen was welke stond geparkeerd aan de Dr. A. Kuyperlaan te Bussum. Van dit feit had [betrokkene 1] op 16 september 2008 aangifte gedaan bij de politie Gooi en Vechtstreek.’
8.
Het door het Hof als bewijsmiddel 5 gebezigde proces-verbaal houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel relevant, in:
‘(…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als de op 16 september 2008 afgelegde verklaring van [betrokkene 4], zakelijk weergegeven:
‘Vandaag omstreeks 15.15 uur zat ik als passagier achterin bij collega's. Wij wilden bij 't Spant parkeren en reden naar de achterzijde. Daar zag ik een groene Fiat Punto staan en zag daar 2 Marokkanen in zitten. We keken naar rechts en ik zag een Peugeot grijs waarvan de achterbak half open stond. Ik zag daar 2 andere Marokkanen bij die met hun handen in de kofferbak zaten. Zij kregen ons in de gaten en ik zag dat ze van ons schrokken. Vervolgens liepen deze twee richting de Fiat. Wij reden achteruit en wilden eerst die Punto blokkeren, maar voor onze eigen veiligheid hebben we dit niet gedaan. Hierop reden wij langs de Punto. Deze reed rustig weg en we hebben het kenteken genoteerd en direct doorgegeven aan de politie. De twee andere auto inbrekers heb ik niet meer gezien.’’
9.
Het bestreden arrest houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel relevant, onder het kopje ‘Bewijsoverweging’ het volgende in:
‘Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte als bestuurder samen met de verdachte [medeverdachte] als bijrijder en met [betrokkene 2 en 3] in een Fiat Punto met kenteken [AA-00-BB] naar de plaats van het misdrijf bij het Spant in Bussum is gereden, alwaar de inbraak in de Volvo heeft plaatsgevonden, op de wijze zoals uit de bewijsmiddelen volgt. Korte tijd later worden de verdachte en de andere drie personen in die auto aangetroffen in Blaricum, en komend uit de richting Bussum. In de auto wordt een deel van de buit aangetroffen.
De verdachte ontkent dat hij in Bussum bij het Spant is geweest. Die verklaring is gezien de inhoud van de bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
Uit het voorgaande en de inhoud van de bewijsmiddelen leidt het hof af dat de verdachte samen met anderen als medepleger betrokken is geweest bij de bedoelde auto-inbraak.’
10.
De door het Hof gebezigde bewijsmiddelen houden wat betreft de betrokkenheid van verdachte bij de bewezenverklaarde auto-inbraak slechts in dat verdachte, optredend als bestuurder van een Fiat Punto, samen met drie anderen naar de plaats van het misdrijf bij het Spant in Bussum is gereden, dat twee jongens uit de richting van de auto, waarin nadien bleek te zijn ingebroken, kwamen rennen en in de Fiat Punto plaatsnamen, dat de Fiat Punto wegreed, dat verdachte en die drie andere personen kort nadien in de Fiat Punto, waarvan de verdachte als bestuurder optrad, zijn staande gehouden en dat in die Fiat Punto enige voorwerpen zijn aangetroffen, afkomstig uit de auto waarin was ingebroken.
11.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen valt bij gebreke van een nadere motivering niet af te leiden dat verdachtes opzet was gericht op het (mede) plegen van bedoelde inbraak. In aanmerking genomen dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte enige uitvoeringshandeling van de bewezenverklaarde auto-inbraak heeft verricht valt voorts niet in te zien waarom de verdachte — afgezien van het vereiste opzet — niet als medeplichtige aan in plaats van, zoals door het Hof bewezenverklaard, als medepleger van de bewezenverklaarde inbraak is opgetreden. Gelet op een en ander is 's Hofs oordeel dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de bewezenverklaarde inbraak ontoereikend gemotiveerd. Daarbij merk ik nog op dat de verklaring van verdachte dat hij niet in Bussum bij het Spant is geweest — welke verklaring het Hof ongeloofwaardig acht — niet bijdraagt aan het bewijs, nu genoemde verklaring door het Hof niet als een leugenachtige verklaring, kennelijk bedoeld ter bemanteling van de waarheid, bij de bewijsvoering is betrokken.
12.
Het middel slaagt.
13.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
14.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG