FED 2020/96
Niet voldoen aan de toonplicht van art. 8 lid 8 Uitvoeringsregeling BPM leidt niet tot ontoelaatbaarheid van bewijs voor waardeverminderende omstandigheden noch tot verzwaring van de bewijslast.
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:318, m.nt. A.C. Breuer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
18/02169
- Noot
A.C. Breuer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS206269:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2020
ECLI:NL:HR:2020:318, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Niet voldoen aan de toonplicht van art. 8 lid 8 Uitvoeringsregeling BPM leidt niet tot ontoelaatbaarheid van bewijs voor waardeverminderende omstandigheden noch tot verzwaring van de bewijslast.
Samenvatting
De belanghebbende heeft een gebruikte auto uit een andere EU-lidstaat naar Nederland overgebracht en maakt ter zake van de aangifte BPM geldend dat sprake is van een waardevermindering door schade. Hij legt een taxatierapport over waarin rekening is gehouden met de schade. De inspecteur verzoekt de belanghebbende om de auto voor controle op één van de daartoe aangewezen locaties te tonen (zgn. toonplicht), maar de belanghebbende weigert dit, omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.