Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit identificatie- en rapportagevoorschriften Common Reporting Standard
Artikel 3 Eigen verklaring
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2015, 546 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2015, 546 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
Belastingrecht algemeen / Wetgeving in wording
1.
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder een eigen verklaring verstaan een gedagtekende en ondertekende verklaring van een rekeninghouder of van een uiteindelijk belanghebbende van een passieve NFE met daarin opgenomen ten minste de volgende gegevens ten aanzien van de rekeninghouder of de uiteindelijk belanghebbende:
- a.
de naam;
- b.
het adres;
- c.
de fiscale woonstaat;
- d.
het fiscale identificatienummer; en
- e.
in geval van natuurlijke personen: de geboortedatum.
2.
In afwijking van het eerste lid bevat een eigen verklaring niet het fiscale identificatienummer van de rekeninghouder of de uiteindelijk belanghebbende van een passieve NFE indien de fiscale woonstaat van die rekeninghouder, onderscheidenlijk van die uiteindelijk belanghebbende, hem geen fiscaal identificatienummer heeft verstrekt. De vermelding van het fiscale identificatienummer in een eigen verklaring kan verder achterwege blijven in de gevallen waarvoor Onze Minister dit heeft bepaald.
3.
Het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing indien op basis van in dit besluit opgenomen verwijzingen naar de bijlagen I en II van Richtlijn 2011/16/EU een eigen verklaring wordt voorgeschreven.