NJ 2012/27
Vervolging op basis van Invorderingswet na civiele gijzeling.
HR 20-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4606
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
09/04655
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BP4606
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4606, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP4606, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2011
- Wetingang
Essentie
Ook na het starten van een civiele procedure door de belastingontvanger, zoals in casu het op last van de burgerlijke rechter op vordering van de ontvanger gijzelen van de verdachte teneinde zijn belastingschuld te voldoen dan wel adequate gegevens te verstrekken, bestaat de ruimte om de strafsanctie van hoofdstuk VIII Invorderingswet 1990 toe te passen. Het OM is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 5 november 2009, nummer 23/000901-06, in de strafzaak tegen: V.