NJ 1960/295
Prijsverhogende invloed, die in het vrije commerciële verkeer zou uitgaan van eigenschappen van het te onteigenen goed, welke alleen i.v.m. het werk waarvoor onteigend wordt door de onteigenende partij kunnen worden benut.
HR 13-04-1960, ECLI:NL:HR:1960:66
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 april 1960
- Magistraten
Mrs. Smits, Boltjes, van Rijn van Alkemade, van der Loos en Korthals Altes
- Zaaknummer
[13041960/NJ_1960-295]
- Conclusie
Mr. Loeff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138268:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1960:66, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑1960
- Wetingang
(OW art. 40.)
Essentie
Prijsverhogende invloed, die in het vrije commerciële verkeer zou uitgaan van eigenschappen van het te onteigenen goed, welke alleen i.v.m. het werk waarvoor onteigend wordt door de onteigenende partij kunnen worden benut.
Samenvatting
Valt in verband met de omstandigheid, dat de te onteigenen percelen bepaalde lagen klei en zand bevatten, welke ingevolge desbetreffende verbodsbepalingen onder gewone omstandigheden niet mogen worden uitgegraven, doch bij de afgravingen voor het stuwwerk waarvoor onteigend wordt wel aan den grond mogen worden onttrokken, zodat ze door de onteigenende partij (den Staat) benut kunnen worden, in het commerciële verkeer voor deze percelen een hogere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.