Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 82 [Politieonderwijsraad]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
25-05-2016, Stb. 2016, 203 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34129)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2016, Stb. 2016, 439 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
Er is een politieonderwijsraad.
2.
De politieonderwijsraad bestaat uit een oneven aantal van ten hoogste vijftien leden, onder wie de onafhankelijke voorzitter. De leden wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.
3.
In de politieonderwijsraad hebben, naast de voorzitter, in ieder geval als lid zitting:
- a.
een burgemeester;
- b.
een lid van de leiding van de politie en twee politiechefs;
- c.
een lid van het openbaar ministerie;
- d.
twee vertegenwoordigers vanuit de politievakorganisaties;
- e.
een vertegenwoordiger van het beroepsonderwijs;
- f.
een vertegenwoordiger van het hoger onderwijs;
- g.
de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger;
- h.
een onafhankelijk lid dat deskundig is op het terrein van het toegepast wetenschappelijk onderzoek.
4.
De leden van de politieonderwijsraad worden bij koninklijk besluit benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen.
5.
De leden van de politieonderwijsraad worden benoemd voor een periode van zes jaren. Zij kunnen ten hoogste eenmaal worden herbenoemd.
6.
Onze Minister kan adviserende leden of waarnemers benoemen.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de organisatie en de werkwijze van de politieonderwijsraad.