RI 2017/9
Bodemvoorrecht. Kan de curator op grond van art. 57 lid 3 Fw aanspraak maken op verkoopopbrengst van verpande inboedels van woningen in Nederland en Zwitserland? (Schreurs en Stadig q.q./X)
Rb. Oost-Brabant 12-10-2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:5600
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
12 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. O.R.M. van Dam, J.A. Bik, M. Rietveld
- Zaaknummer
C/01/288361 / HA ZA 15-24
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925087:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Invordering / Verhaalsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2016:5600, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 12‑10‑2016
- Wetingang
Art. 21 lid 1 IW 1990; art. 57 lid 3 Fw
Essentie
Bodemvoorrecht.
Kan de curator op grond van art. 57 lid 3 Fw aanspraak maken op verkoopopbrengst van verpande inboedels van woningen in Nederland en Zwitserland?
Samenvatting
A heeft aan zijn partner B bij onderhandse (geregistreerde) akte een pandrecht verleend op de aan hem op grond van een samenlevingsovereenkomst met B toekomende onverdeelde helft van de inboedels van woningen in Uden (Nederland) en Crans-Montana (Zwitserland). Het pandrecht is onder meer gevestigd voor een rekening-courantschuld van A aan B. A is in Nederland failliet verklaard. Curatoren van A hebben B een termijn ex art. 58 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.