Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Midden, Unit BPZ Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL074H 2013040004, gesloten op 18 april 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
Rb. Gelderland, 06-11-2013, nr. 05/821039-13
ECLI:NL:RBGEL:2013:4317, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
06-11-2013
- Zaaknummer
05/821039-13
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2013:4317, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 06‑11‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2014:9147, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 06‑11‑2013
Inhoudsindicatie
Partij(en)
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/821039-13
Datum zitting : 23 oktober 2013
Datum uitspraak : 6 november 2013
VERSTEK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [1982] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken]), daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer bestemde weg, de
Arnhemseweg, gaande in de richting van de kruising van deze weg met de
Raadhuisstraat / Klinkenbergerweg, roekeloos, in elk geval zeer, althans
aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden,
hierin bestaande dat verdachte, - terwijl hij onder invloed verkeerde van alcohol, althans na het nuttigen van
een (niet onaanzienlijke) hoeveelheid alcoholhoudende drank, en/of - terwijl hij onder invloed verkeerde van drugs, althans na het gebruik van
een hoeveelheid drugs, en/of - terwijl het zicht van verdachte niet werd belemmerd, beperkt en/of
gehinderd, en/of - (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen
weggedeelte van die Arnhemseweg en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is
blijven letten, en/of - (daarbij) in strijd met artikel 62, van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken, dat een
gebod of verbod inhoudt, namelijk inhoudende "Stop", immers niet is gestopt
voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood
licht uitstraalde, en/of - (vervolgens) de kruising is op en/of overgereden, en/of - (vervolgens) is gebotst, althans in aanrijding is gekomen met een
personenauto, welke die kruising overstak, althans wilde oversteken, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]
) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel, dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan, werd toegebracht, terwijl verdachte verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste
en/of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994; art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk
bestuurder van een voertuig (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken])daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer bestemde weg, de
Arnhemseweg, gaande in de richting van de kruising van deze weg met de
Raadhuisstraat / Klinkenbergerweg, - terwijl het zicht van verdachte niet werd belemmerd, beperkt en/of
gehinderd, en/of - (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen
weggedeelte van die Arnhemseweg en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is
blijven letten, en/of - (daarbij) in strijd met artikel 62, van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken, dat een
gebod of verbod inhoudt, namelijk inhoudende "Stop", immers niet is gestopt
voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood
licht uitstraalde, en/of - (vervolgens) de kruising is op en/of overgereden, en/of - (vervolgens) is gebotst, althans in aanrijding is gekomen met een
personenauto, welke die kruising overstak, althans wilde oversteken, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
2.
hij op of omstreeks 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken]), betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een
verkeersongeval was veroorzaakt op de Arnhemseweg, ter hoogte van de kruising
van deze weg met de Raadhuisstraat / Klinkenbergerweg, de plaats van het
ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel
en/of schade was toegebracht;
3.
hij op of omstreeks 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een voertuig, (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken]), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende
drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in
artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 770
microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde
lucht bleek te zijn;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 23 oktober 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet verschenen.
De officier van justitie, mr. G. Steeghs, heeft gerekwireerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair ten laste is gelegd nu de benadeelde [slachtoffer] tegenover de politie en ter terechtzitting, alwaar hij is gehoord als getuige, meermalen heeft aangegeven dat zijn lichamelijke klachten als gevolg van de aanrijding twee weken hebben geduurd. Aldus kan niet bewezen worden dat aan hem, door het ongeval, zwaar lichamelijk letsel noch zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht.
De rechtbank zal verdachte derhalve van het onder 1 primair tenlastegelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair en het onder 2 en 3 tenlastegelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 subsidiair en 2:
- het proces-verbaal VerkeersOngevallenAnalyse, p. 33, 34;
- het proces-verbaal van verhoor van benadeelde [slachtoffer], p. 62, 63;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 18, 19 en 20.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3:
- -
het proces-verbaal ademanalyse, p. 48, 49;
- -
een schriftelijk bescheid zijnde de uitdraai van het ademanalyse-apparaat, p. 51;
- -
het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 18, 19 en 20.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk
bestuurder van een voertuig (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken]) daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer bestemde weg, de
Arnhemseweg, gaande in de richting van de kruising van deze weg met de
Raadhuisstraat / Klinkenbergerweg, - terwijl het zicht van verdachte niet werd belemmerd, beperkt en/of
gehinderd, en - (daarbij) niet, op het voor hem gelegen
weggedeelte van die Arnhemseweg en het overige verkeer heeft gelet en/of is
blijven letten, en - (daarbij) in strijd met artikel 62, van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken, dat een
gebod of verbod inhoudt, namelijk inhoudende "Stop", immers niet is gestopt
voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood
licht uitstraalde, en - (vervolgens) de kruising is op en/of overgereden, en - (vervolgens) is gebotst, met een personenauto, welke die kruising overstak, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
en het verkeer op die weg werd gehinderd,
2.
hij op 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken]), door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt op de Arnhemseweg, ter hoogte van de kruising van deze weg met de Raadhuisstraat / Klinkenbergerweg, de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij wist aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel en schade was toegebracht;
3.
hij op 22 februari 2013 te Ede als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een voertuig, (personenauto, Mercedes-Benz, kenteken
[kenteken]), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende
drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in
artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 770
microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
Ten aanzien van feit 2:
Overtreding van artikel 7 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994
Ten aanzien van feit 3:
Overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden alsmede tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaren.
De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, waarbij hij ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde uitgaat van roekeloosheid.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 4 september 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft, onder invloed van alcohol en cocaïne en na door rood gereden te zijn, een aanrijding veroorzaakt met een andere automobilist. Daarna heeft verdachte de plaats van het ongeval verlaten terwijl er op dat moment niemand in de buurt was om het slachtoffer te hulp te schieten. Dat het lichamelijk letsel bij het slachtoffer beperkt is gebleven is slechts aan het toeval te danken geweest. Het rijbewijs van verdachte was bovendien ongeldig verklaard vanwege het eerder rijden onder invloed. Verdachte lijkt de ernst van de situatie niet in te zien.
Aangezien de rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan gevorderd door de officier van justitie komt zij tot een andere strafoplegging dan geëist. Vanwege de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd zal de rechtbank voor de feiten 2 en 3 een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 2 maanden waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en voorts, ten aanzien van feit 3, een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 jaren.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair, dat een overtreding betreft, legt de rechtbank verdachte een hechtenis voor de duur van 2 weken op.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 1 primair tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde tot
hechtenis voor de duur van 2 (twee) weken.
Veroordeelt verdachte wegens het onder 2 en 3 bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 1 (één) maand niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Veroordeelt verdachte wegens het onder 3 bewezenverklaarde tot
Ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, bromfietsen daaronder begrepen, voor de duur van 2 (twee) jaren.
Aldus gewezen door:
mr. R.M. Maanicus (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. M.F. Gielissen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N. ter Horst, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 november 2013.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 06‑11‑2013