NJB 2009, 575
CRvB, 18-02-2009, nr. 07/5962 WW, nr. 07/6124 WW
CRvB 18-02-2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BH2387
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
18 februari 2009
- Magistraten
Mrs. Hoogeveen, Rottier, Van Dun
- Zaaknummer
07/5962 WW
07/6124 WW
- LJN
BH2387
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2009:BH2387, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 18‑02‑2009
- Wetingang
WW art. 24 lid 1 onder a; WW art. 24 lid 2 onder a; BW art. 7:677; BW art. 7:678
Essentie
Voor de beantwoording van de vraag of aan de werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt, is de wijze waarop het dienstverband is beëindigd niet doorslaggevend. Er dient een materiële beoordeling plaats te vinden waarbij art. 7:678 van het BW de maatstaf is.
Per individueel geval dient te worden beoordeeld of sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Daarbij is onder meer van belang de subjectiviteit van de dringende reden, in onderlinge samenhang met de aard en ernst van de gedraging, de aard en duur van de dienstbetrekking en het functioneren van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.