NJB 2009, 354
CRvB, 10-12-2008, nr. 08/3206 WMO
CRvB 10-12-2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BG6612
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
10 december 2008
- Magistraten
Mrs. Van Male, Berkel-Kikkert, Bootsma
- Zaaknummer
08/3206 WMO
- LJN
BG6612
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2008:BG6612, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 10‑12‑2008
- Wetingang
Awb art. 3:2; Awb art. 4:2; Awb art. 8:72 lid 5; Wet Maatschappelijke Ondersteuning art. 1; Wet Maatschappelijke Ondersteuning art. 3; Wet Maatschappelijke Ondersteuning art. 4; Wet Maatschappelijke Ondersteuning art. 5; Wet Maatschappelijke Ondersteuning art. 6; Verordening maatschappelijjke ondersteuning gemeente Gorinchem 2007 art. 2; Verordening maatschappelijjke ondersteuning gemeente Gorinchem 2007 art. 3; Verordening maatschappelijjke ondersteuning gemeente Gorinchem 2007 art. 13; Verordening maatschappelijjke ondersteuning gemeente Gorinchem 2007 art. 15; Besluit maatschappelijke verordening gemeente Gorinchem 2007 art. 1.3; Besluit maatschappelijke verordening gemeente Gorinchem 2007 art. 1.9
Essentie
Ingevolge art. 4 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dient het College in elk concreet geval een voorziening te treffen die zich kwalificeert als compensatie van beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie waarbij sprake moet zijn van maatwerk. Noch de wet noch de wetsgeschiedenis bieden aanknopingspunten voor een terughoudende beoordeling van een ter uitvoering van art. 4 Wmo genomen besluit.
Om de in art. 6 Wmo neergelegde keuzevrijheid voor een persoonsgebonden budget te beperken moet sprake zijn van overwegende bezwaren van algemene aard die zodanig ernstig zijn, dat het voortbestaan van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.