CRvB, 21-07-2005, nr. 02/5743 ALGEM

Documentgegevens:

CRvB 21-07-2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AU1193

Instantie: Centrale Raad van Beroep
Datum: 21 juli 2005
Magistraten: mr. drs. N.J. van Vulpen-Grootjans, mr. J.G. Treffers, mr. H.C. Cusell
Zaaknummer: 02/5743 ALGEM
LJN: AU1193
Vakgebied(en): Premieheffing (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CRVB:2005:AU1193, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 21‑07‑2005
Wetingang: art. 7:610 BW; art. 7:690 BW; ZW art. 3

Essentie

Verhouding tussen art. 7:610 en 7:690 BW

Samenvatting

De zienswijze dat voor het aannemen van een privaatrechtelijke dienstbetrekking in een uitzendsituatie allereerst sprake moet zijn van een gezagsrelatie tussen uitlener en werknemer berust op een onjuiste uitleg van art. 7:690 BW. In geval van een uitzendsituatie moeten de kenmerkende elementen van een arbeidsovereenkomst (persoonlijke arbeidsverplichting, loonbetaling en gezagsverhouding) worden gevonden binnen de driepartijen relatie. Nu aan de andere vereisten van art. 7:690 BW is voldaan, is voor de beoordeling van het bestaan van een gezagsrelatie beslissend of betrokkene zijn werkzaamheden verrichtte onder toezicht en leiding van de inlener. Daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.