AB 2004, 296
Eerste Protocol EVRM verlangt langere overgangstermijn bij intrekking uitkering op grond van Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden.
CRvB 18-06-2004, ECLI:NL:CRVB:2004:AP4680, m.nt. F.J.L. Pennings
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
18 juni 2004
- Magistraten
Mrs Van der Kade, de Vries, Simon
- Zaaknummer
01/4014WAO
01/4017WAO
01/4926WAO
01/5799WAJONG
02/2683WAO
02/3846WAO
03/2631WAO
- Noot
F.J.L. Pennings
- LJN
AP4680
- JCDI
JCDI:ADS864638:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2004:AP4680, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 18‑06‑2004
- Wetingang
WAO art. 45 lid 5; Eerste Protocol EVRM art. 1
Essentie
Eerste Protocol EVRM verlangt langere overgangstermijn bij intrekking uitkering op grond van Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden.
Samenvatting
De raad is van oordeel dat de wetgever, waar het gaat om uitkeringsgerechtigden die op 1 mei 2000 reeds een uitkering ontvangen en aan wie op die datum reeds hun vrijheid was ontnomen, niet op toereikende wijze heeft vorm gegeven aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit verlangd door het Eerste Protocol EVRM. De gehanteerde overgangstermijn van één maand bood hun immers volstrekt onvoldoende gelegenheid om vanuit een situatie waarin contact met de buitenwereld slechts in beperkte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.