AB 2004, 72
Bekendmaking door tussenkomst gemachtigde; afwijking eerdere jurisprudentie.
CRvB 18-11-2003, ECLI:NL:CRVB:2003:AN9715, m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
18 november 2003
- Magistraten
Van Sloten, Simons, Van der Ham
- Zaaknummer
00/3086NABW
00/3087NABW
00/3088NABW
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
AN9715
- JCDI
JCDI:ADS864624:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2003:AN9715, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 18‑11‑2003
- Wetingang
AWB art. 6:8 lid 1; AWB art. 6:17; AWB art. 7:12 lid 2
Essentie
Bekendmaking door tussenkomst gemachtigde; afwijking eerdere jurisprudentie.
Samenvatting
In het onderhavige geval heeft mr. Boersma zich op 19 november 1998 in de procedure met betrekking tot de blokkering als gemachtigde van appellante gesteld. Gelet op de nauwe verwevenheid tussen die blokkering en het intrekkingsbesluit dient mr. Boersma ook in de procedure met betrekking tot het intrekkingsbesluit als gemachtigde van appellante te worden aangemerkt. Nu gedaagde bovendien weet had van het feit dat mr. Boersma optrad als gemachtigde van appellante, had derhalve — ook — het besluit van 9 februari 1999 aan mr. Boersma moeten worden toegezonden. Gedaagde heeft dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.