AB 2004, 206
Gezag van gewijsde van door rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen gronden.
CRvB 12-11-2003, ECLI:NL:CRVB:2003:AN9374, m.nt. P.A. Willemsen en RW
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
12 november 2003
- Magistraten
Mrs. Van Leeuwen, De Vries, Simon
- Zaaknummer
01/1535AKW
01/5048AKW
02/123AKW
- Noot
P.A. Willemsen en RW
- LJN
AN9374
- JCDI
JCDI:ADS225752:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2003:AN9374, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 12‑11‑2003
- Wetingang
Awb art. 6:18; Awb art. 6:19; Algemene kinderbijslagwet; Boetebesluit sociale zekerheidswetten art. 2 lid 1
Essentie
Gezag van gewijsde van door rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen gronden.
Samenvatting
Ondanks dat de rechtbank het besluit integraal heeft vernietigd, en het beroep van appellant op grond van de art. 6:19 lid 1 en 6:24 Awb mede dient te worden geacht te zijn gericht tegen het ter uitvoering hiervan genomen nieuwe besluit heeft appellant belang behouden bij een separate beoordeling van de uitspraak. De rechtbank heeft in de uitspraak de beroepsgronden van appellant uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen. Zonder een separate beoordeling van deze uitspraak door de Raad verwerft deze uitspraak gezag van gewijsde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.