RSV 2002, 118
CRvB, 29-01-2002, nr. 00/5273NABW
CRvB 29-01-2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AE0165, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
29 januari 2002
- Magistraten
Van den Hurk, Van der Kolk-Severijns, Van Vulpen-Grootjans
- Zaaknummer
00/5273NABW
- Noot
R. Stijnen
- LJN
AE0165
- JCDI
JCDI:ADS49014:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2002:AE0165, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 29‑01‑2002
- Wetingang
Essentie
Gezamenlijke huishouding — art. 3 lid 4 Awb niet in strijd met art. 6 EVRM
Samenvatting
De wetgever heeft art. 3 vierde lid Abw ingevoerd om in een viertal situaties, waarin overduidelijk sprake is van een gezamenlijke huishouding, zonder nadere bewijsvoering — en zonder de mogelijkheid van tegenbewijs — er van uit te kunnen gaan dat betrokkenen een gezamenlijke huishouding voeren. Het feitelijk bestaan van minstens een van deze situaties plus het hebben van gezamenlijk hoofdverblijf in dezelfde woning brengen mee dat de betrokken personen voor de toepassing van de Abw en de daarop rustende bepalingen materieelrechtelijk gezien als deel uitmakend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.