RSV 2001, 188
CRvB, 26-06-2001, nr. 99/2382NABW
CRvB 26-06-2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AB2276
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
26 juni 2001
- Magistraten
Treffers, Van den Hurk, Van Vulpen-Grootjans
- Zaaknummer
99/2382NABW
- LJN
AB2276
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2001:AB2276, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 26‑06‑2001
- Wetingang
IVBP art. 26; ABW (tekst sedert 1 juli 1998) art. 7; Vw art. 1b; Besl. gelijkstelling vreemdelingen ABW, IOAW en IOAZ art. 1 lid 1
Essentie
Koppelingswetgeving — rechtvaardiging onderscheid naar nationaliteit — intrekking bijstand voor specifieke groep vreemdelingen niet gerechtvaardigd
Samenvatting
Betrokkene mag de beslissing op zijn verzoek om een verblijfsvergunning op medische gronden in Nederland afwachten. De hem in verband hiermee toegekende uitkering ingevolge de Abw wordt na inwerkingtreding van de koppelingswetgeving op 1 juli 1998 op grond van art. 7 van de Abw, zoals die wet sedertdien luidt, met ingang van 1 oktober 1998 beëindigd. Betrokkene is geen vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van art. 1b aanhef en onder 1 van de Vreemdelingenwet en kan ook niet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.