RSV 2001, 122
CRvB, 28-03-2001, nr. 00/1824 WW, nr. 00/1827 WW, nr. 00/1830 WW, nr. 00/2713 WW, nr. 00/2714 WW, nr. 00/2715 WW, nr. 00/2716 WW, nr. 00/1828 WW
CRvB 28-03-2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AB0761
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
28 maart 2001
- Magistraten
mrs. Hoogeveen, Van Sloten en Schelfhout
- Zaaknummer
00/1824 WW
00/1827 WW
00/1830 WW
00/2713 WW
00/2714 WW
00/2715 WW
00/2716 WW
00/1828 WW
- LJN
AB0761
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2001:AB0761, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 28‑03‑2001
- Wetingang
Werkloosheidswet [WW] art. 16 lid 3 (tekst sedert 1 januari 1999); Wet Flexibiliteit en Zekerheid, Stb. 1998/300 art. ⅩⅩⅠ; Burgerlijk Wetboek [BW] art. 7:672
Essentie
Flex-wet — fictieve opzegtermijn dient berekend te worden zonder acht te slaan op overgangsrecht, maar met inachtneming van de aanzegtermijn
Samenvatting
Art. 16 derde lid WW heeft betrekking op de ontstaansvoorwaarden van het recht op uitkering en strekt niet ten gunste van de werknemer. Gelet hierop dient bij de interpretatie van de reikwijdte van deze bepaling geen doorslaggevende betekenis te worden toegekend aan de bewoordingen van die bepaling en dient voorbij te worden gegaan aan de eventuele en niet in de tekst daarvan tot uiting komende bedoeling van de wetgever. Zulks laat onverlet de mogelijkheid dat de bewoordingen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.