AB 2001, 49
Belanghebbende; mogelijkheid van contra legem-verstrekking
CRvB 28-09-2000, ECLI:NL:CRVB:2000:AA7653, m.nt. H.E. Bröring (vergoeding CellCept)
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
28 september 2000
- Magistraten
't Hooft, Van der Vos, Van Male
- Zaaknummer
98/8878ZFW
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
AA7653
- Roepnaam
vergoeding CellCept
- JCDI
JCDI:ADS865033:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2000:AA7653, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 28‑09‑2000
- Wetingang
AWB art. 1:2 lid 1; AWB art. 3:2; AWB art. 4:16 (oud); ZFW art. 8; Verstrekkingenbesl. ziekenfondsverz. art. 9 lid 1 aanhef onder a; Reg. farmaceutische hulp 1996 art. 1
Essentie
Belanghebbende; mogelijkheid van contra legem-verstrekking.
Samenvatting
De Raad beantwoordt de vraag of appellante 2, apotheker, als belanghebbende is aan te merken ontkennend. De door deze appellante gestelde belangen zijn ingebed in de tussen haar en appellante 1, patiënte, bestaande rechtsbetrekking, en zijn derhalve niet rechtstreeks betrokken bij het bestreden besluit, waarbij het verzoek van appellante 1 om verstrekking van het geneesmiddel CellCept is afgewezen. Het gegeven dat tussen appellante 2 en gedaagde een in de Ziekenfondswet geregelde medewerkersovereenkomst is gesloten, maakt dit niet anders. Dat appellante 2 het een principiële zaak vindt dat het middel CellCept ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.