AB 2000, 162
Boete; evenredigheid, premienadeel niet van wezenlijke betekenis
CRvB 03-03-2000, ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8700, m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
3 maart 2000
- Magistraten
Schoemaker, Van der Wiel, Van Vulpen-Grootjans
- Zaaknummer
98/3719ALGEM
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
ZB8700
- JCDI
JCDI:ADS865008:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8700, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 03‑03‑2000
- Wetingang
Coörd.WSV art. 12
Essentie
Boete; evenredigheid, premienadeel niet van wezenlijke betekenis.
Samenvatting
Met appellant is de Raad van mening dat, anders dan hij in zijn uitspraak van 23 januari 1997 heeft overwogen, voor het antwoord op de vraag welke boete nog wel in overeenstemming kan worden geacht met de evenredigheid, niet van wezenlijke betekenis is of er sprake is van premienadeel. Het niet tijdig indienen van de jaaropgave beschouwt de Raad thans als een op zichzelf staand verzuim. In dit geval, waarin sprake is van een derde verzuim, acht ook de Raad een sanctie van ƒ 1000 te laag gelet op de met het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.