AB 1997, 212
Hoofdelijke aansprakelijkstelling; redelijke beslistermijn; de op de zaak betrekking hebbende stukken; gelijkheidsbeginsel; volgorde aansprakelijkstelling; omvang geding.
CRvB 27-03-1997, ECLI:NL:CRVB:1997:ZB6859, m.nt. H.E. Bröring (aansprakelijkstelling premieheffing)
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
27 maart 1997
- Magistraten
Brenninkmeijer, Garvelink-Jonkers, Van Ballegooijen
- Zaaknummer
95/1782 CSV
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
ZB6859
- Roepnaam
aansprakelijkstelling premieheffing
- JCDI
JCDI:ADS60629:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1997:ZB6859, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 27‑03‑1997
- Wetingang
Essentie
Hoofdelijke aansprakelijkstelling; redelijke beslistermijn; de op de zaak betrekking hebbende stukken; gelijkheidsbeginsel; volgorde aansprakelijkstelling; omvang geding.
Samenvatting
Nu zij binnen de wettelijke termijn van vijf jaar heeft plaatsgevonden, kan de aansprakelijkstelling in stand blijven. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die een tegenovergesteld standpunt rechtvaardigen.
Stukken inzake door het bestuursorgaan verricht onderzoeken bij andere bedrijven waarmee appellante heeft gecontracteerd, behoren niet a priori tot ‘de op de zaak betrekking hebbende stukken’ als in art. 8:42 lid 1 Awb bedoeld.
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt, ofschoon documenten ter adstructie van het verweer inmiddels zijn vernietigd. Daarbij is van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.