RSV 1991, 13
CRvB, 25-07-1990, nr. AAW/WAO1988/573
CRvB 25-07-1990, ECLI:NL:CRVB:1990:ZB2095
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
25 juli 1990
- Magistraten
Hoogendijk-Deutsch, Haverkamp, Van Den Hurk
- Zaaknummer
AAW/WAO1988/573
- LJN
ZB2095
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1990:ZB2095, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 25‑07‑1990
- Wetingang
AAW art. 34 lid 1 (tekst sedert 1 jan. 1983); WAO art. 45 lid 1 (tekst sedert 1 jan. 1983)
Essentie
Maatstaven voor toepassing art. 34 AAW — omvang inkomsten uit arbeid — zelf genieten van beloningen — directe of indirecte verrijking
Samenvatting
De artt. 34 AAW en 45 WAO kunnen in beginsel slechts worden toegepast in geval van inkomsten die de uitkeringsgerechtigde zelf heeft genoten. In bijzondere gevallen kan, ondanks het feit dat de betrokkene geen inkomsten heeft genoten hiervan voor de toepassing van de wet toch sprake zijn, bijvoorbeeld indien de betrokkene arbeid van economische betekenis en van aantoonbare loonwaarde heeft verricht, waarvoor hij weliswaar niet zelf is beloond, doch in verband waarmee hij zichzelf wel direct ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.