Gst. 2010, 29
29. HR (Belastingkamer) 25-9-09. Tekstuele versus wethistorische interpretatie; a.b.b.b. contra legem; materieel zorgvuldigheidsbeginsel; heffingsrente bij te late aanslag. m.nt. R.J.B. Schutgens
HR 25-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, m.nt. R.J.B. Schutgens
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
25 september 2009
- Magistraten
Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Heisterkamp en Feteris
- Zaaknummer
07/13362
- Noot
R.J.B. Schutgens
- LJN
BJ8524
- JCDI
JCDI:ADS641671:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Waterrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2009
- Wetingang
Awb art. 3:4 lid 2; Algemene Wet Rijksbelastingen art. 30f
Essentie
Tekstuele versus wethistorische interpretatie; a.b.b.b. contra legem; materieel zorgvuldigheidsbeginsel; heffingsrente bij te late aanslag.
Samenvatting
Hetgeen tijdens de parlementaire behandeling van een wetsvoorstel is opgemerkt kan niet leiden tot een uitleg van de wet waardoor de wetsbepaling een uitleg zou krijgen die in strijd is met haar onmiskenbare bewoordingen.
Onder omstandigheden kan het zorgvuldigheidsbeginsel meebrengen dat geen heffingsrente in rekening mag worden gebracht, dan wel dat de berekening van deze rente moet worden beperkt. Uit de wetsgeschiedenis van art. 30f AWR blijkt van een beleid van de Belastingdienst dat erop gericht is om bij belastingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.